Vrijdag 27 september

Ontwerpen 1.4 – Immerse, Connect, Detach

Voordat het college begon heb ik de vooraf aangeven literatuur uit de ‘Field Guide to Human-Centered Design” gelezen.

Immerse

Let hierop bij een interview, observeren.
Wat zei, deed, dacht en voelt iemand?
Je mag er gewoon om vragen aan de mensen bij een interview. Vraag heel duidelijk door.

Afbeeldingsresultaat voor empathy mapping

Cultural Probe
Het is een soort pakketje dat je maakt voor je doelgroep, een soort pretpakket die handvatten bevatten in je publiek om zelf het onderzoek te verrichten. Dit levert betrouwbare gegevens en je besteed je onderzoek eigenlijk deels uit aan hen.

Probeer verschillende methodes in te zetten op basis van je doelgroep/publiek, ontdekken wie je publiek is.
Stap in de schoenen van je publiek

Een Context Map is een goede manier om visueel zichtbaar te maken waar de ontwerpopgave zich afspeelt. Breng de context zo breed mogelijk in kaart. Drempels waar je tegenaan loopt kan je juist d.m.v. technologie waardevol zijn.

Een andere manier om dit te doen is Journey Mapping. Systematisch achterelkaar zetten wat de mensen binnen de doelgroep meemaken. En maak inzichtelijk wat iemand denkt, voelt en of het een positieve/negatieve ervaring is.

Connect

Sympathie – Zorg om het welbehangen van een ander, vaak superieure ondertoon
Maar eigenlijk heeft niemand daar wat aan.
Empathie – het vermogen om je met iemand anders te identificeren
Vind een analogie, zoek een ervaring die je zelf gehad hebt om je in de situatie van een ander te kunnen verplaatsen. Dit is een sterke manier om jezelf te verbinden met je publiek.

Detach

Maak je los van je publiek, zorg dat je niet je eigen doelgroep wordt. Leg de data wel vast. Ga er zorgvuldig mee om. Bewaak de privacy van je doelgroep.

Kwantitatief – feitjes, cijfers; hier gaat het om de hoeveelheid data.
Makkelijk te analyseren.
Kwalitatief – beleving, emotie; inhoud is belangrijker dan hoeveelheid.
Moeilijk te analyseren.

Define

Definiëren wat het probleem is dat we aan gaan pakken
1. Point of View
2. HKW hoe kunnen we, een startformulering
3. Persona, fictief personage dat helpt om keuzes te maken

1. Point of View
wat en waarom wil het publiek

“Jongens op de middelbare school”1 willen “gezonder eten”2 omdat “ze beter willen presteren en groeien.”3

Publiek: 1
Doel: 2
Inzicht: 3

2. Een goede startformulering:
– Kort, maximaal 1 zin
– Geen oplossing in zich
– Is uitdagend, motiveert
– Heeft een “probleem” eigenaar of doelgroep
– Begint met Hoe/Bedenk

SLECHT VOORBEELD: Hoe kunnen we meer boodschappen verkopen?
GOED VOORBEELD: Hoe kunnen we meer dan de helft van onze klanten wild enthousiast maken om bij ons meer boodschappen te kopen?

Abstractieladder, stel jezelf twee vragen op basis van de startformulering.
Boven in de ladder: waarom?
Onder in de ladder: hoe?

Afbeeldingsresultaat voor abstractieladder

3. Persona
Beschrijving van een fictief persoon:
– Maak het visueel met een foto
– Geef de persona een naam met een biografie met een achtergrond, hoe ziet haar leven eruit
Gebruik geen template voor een persona, laat je daar niet door leiden

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *