Proactief
Je bent na afloop van Retrospectives actief aan de slag gegaan met de feedback en hebt aantoonbaar gemaakt dat er op basis hiervan persoonlijke ontwikkeling heeft plaatsgevonden.
Bij de retorspective van sprint 2 kreeg ik als feedback dat ik goed in staat ben om mijn omgeving in te zetten bij mijn ontwikkeling, wanneer ik vastloop spreek ik ofwel coaches teamgenoten of docenten aan.
In sprint 3 is daar geen verandering in gekomen. Elke keer als ik vastloop of iets niet begrijp bij programmeren ga ik bijna gelijk naar een docent toe om vragen te stellen. Zo heb ik deze sprint vooral vragen gesteld over problemen met mijn database omdat die vaak niet werkte zoals ik het wou. Ook heb ik, zoals vele anderen, aan de programmeer docenten gevraagd om uitleg te geven over het limiteren van selecteerbare tijden bij het reserveringssysteem. Omdat zoveel mensen daar naar vroegen heeft een van de programmeer docenten daar een speedcourse over gegeven.
Als ik iets kleins niet meer weet bij het programmeren zoals hoe ik een command moet schrijven zoek ik op internet op hoe het moet omdat daar altijd wel een antwoord is.
Ook heb ik met andere studenten wel eens samengezeten om iets op te lossen. Zo wist qwinsie niet hoe hij een relatie kon aanmaken tussen tabellen in de database. Hij vroeg of ik daar mee kon helpen wat ik toen deed. Ook vroeg niek of ik hem daarmee kon helpen. Uiteindelijk zijn we met zijn drieeën eruit gekomen hoe dit moest.
Ook heb ik mijn teamgenoot (sasja) een aantal keer geraadpleegd als iets niet lukte.
Sasja en ik hebben ook elke CLE dag aan het begin aan elkaar gevraagd wat we die dag gingen doen. Dit heeft er voor gezorgd dat ik van te voren nadacht over wat ik die dag ging doen en dat heeft met wel geholpen.
De feedback die ik in CLE 1 heb gekregen bij het maken van de retrospectives pas ik nog steeds toe bij het maken ervan. De feedback die ik toen kreeg was dat ik dingen te kortbondig opschreef en dat ik uitgebreider moest vertellen over de sprints.
Communicatie
Je hebt je beoogde- en daadwerkelijke ontwikkeling, ook op basis van Retrospectives, leesbaar gedocumenteerd op je blog en daarmee de lezer overtuigd dat er voldoende persoonlijke ontwikkeling heeft plaatsgevonden.
De feedback van sprint 2 die ik kreeg voor communicatie was dat ik regelmatig blog maar dat het uitgebreider mag. Ook moet ik meer naar building blocks verwijzen en moet ik nu meer aan mijn building blocks doen.
Nadat ik deze feedback kreeg heb ik in sprint 3 alles veel uitgebreider beschreven van wat ik had gedaan. Ik leg nu duidelijker uit waar ik aan het gewerkt en wat ik wanneer heb afgemaakt. Ik doe nog steeds aan het eind van elke week een reflectie schrijven over die week.
Ook heb ik in sprint 3 twee building blocks ingepland waarvan ik er 1 al een assassment heb gehad en heb gehaald, dit was het back-end block. In de blogpost van sprint 3 heb ik ook gezegd wanneer ik dit block heb gehaald en heb ik een link naar de blogpost van het back-end block toegevoegd.
Het andere block dat ik heb ingepland is het front-end block. Daar heb ik het assassment van op 30 januari.
https://stud.hosted.hr.nl/0991914/2019/11/01/cle-2-sprint-3/
Professionaliteit
Op welke wijze verloopt het contact tussen jou en de opdrachtgever? Hoe kritisch ben je op eigen handelen en sta je open voor feedback van anderen (opdrachtgever, peer-teamgenoten, docenten, web-expert?)
Ik heb nog steeds wekelijks contact met mijn opdrachtgever via mail. Ik vertel over progressie die ik heb gemaakt en stel vragen.
Omdat ik de website iets later af had dan ik ingepland had, was er niet meer genoeg tijd om nog user tests te doen voor het einde van sprint 3. Ik wil deze user tests wel nog graag doen omdat een onderdeel van het building block doelgroep. Ik merk dat het moeilijker is om met mijn opdrachtgever afspraken te maken via de mail. Ik probeer een afspraak te maken om de user test te doen. Maar het lukt ons niet echt om tot een datum te komen. Voorheen als er een afspraak gemaakt moest worden deden we dat op het moment dat ik al met haar een afspraak had en daar dus echt was. Dan konden we makkelijk overleggen wanneer het goed uitkwam. Via de mail gaat dat dus veel lastiger.
Ook merkte ik dat omdat deze laatste sprint zo kort was en ik de website een beetje te laat af had dat het moeilijk was om überhaupt iets nieuws aan mijn opdrachtgever te kunnen melden. Als ik de website iets eerder had afgehad was dit niet een probleem geweest. De website was iets te laat af omdat ik pas in de laatste week voor de deadline de informatie had die ik nodig had. Wat ik volgende keer kan doen om te zorgen dat dit niet weer gebeurd is zorgen dat ik die benodigde informatie eerder heb zodat ik er ook eerder mee aan de slag kan.
Feedback die ik van anderen krijg probeer ik ook zoveel mogelijk te verwerken in mijn project. Zo heb ik elke keer als ik een nieuwe functie afhad op de website die functie aan mijn teamgenoot (Sasja) en een paar medestudenten (Niek en Maarten) zien. Als zei merkten dat iets onduidelijk voor hun was of voor een ander persoon onduidelijk zou kunnen zijn zeiden ze dat tegen mij. Zo kon ik mijn website steeds een klein beetje verbeteren. Ook gaven ze mij positieve feedback als ik iets goed had.
Ik vind zelf dat ik goed met feedback, zowel positief als negatief, kan omgaan en dit ook goed kan verwerken in mijn product. Als anderen iets onduidelijk vinden kan ik luisteren naar wat ze niet begrijpen aan mijn product en dit eventueel ook aanpassen.
Feedback die ik niet prettig vind is dat mensen gewoon zeggen dat iets er niet uitziet. Daar heb ik namelijk niks aan. Als ze er dan bij zeggen wat ze er niet mooi aan vinden kan ik er wel wat mee.