STARR Reflectie Literatuuronderzoek – Sector Verdiepen

Situatie

Vanaf 24 Januari ben ik actief bezig geweest met mijn literatuuronderzoek over ‘Innovatieve oplossingen en Adviezen voor het vernieuwen van ecologische onderzoeken van vleermuizen’.

Taak

Hiervoor heb ik literatuur onderzoek gedaan naar het onderwerp ecologische onderzoeken van vleermuizen. Hiervoor heb ik een onderzoeksvraag opgesteld uit het probleem/context. Ik heb verschillende wetenschappelijke artikelen geselecteerd op relevantie en op datum. Vervolgens heb ik het document uitgewerkt door een samenvatting te geven van de verschillende wetenschappelijke artikelen. Daarna heb ik de wetenschappelijke artikelen met elkaar vergeleken en kritisch tegen het licht gehouden op basis inhoud. Ook heb ik de resultaten van het interview verwerkt in het onderzoek geanalyseerd en besproken welke concrete punten uit de resultaten bekend werden. Achteraf heb ik een antwoord gegeven en suggesties van oplossingen geboden op de onderzoeksvraag op basis van mijn resultaten in het onderzoek.

Resultaat

Ik heb veel relevante onderzoeken kunnen vinden op basis van mijn onderzoeksrichting. Hierbij heb ik moeten selecteren op basis van technologische ontwikkelingen. Ik heb daarom ook genoeg artikelen kunnen vinden op recente publicatie periodes. Het doornemen en samenvatten van de wetenschappelijke artikelen gaf mij een beter begrip van de inhoud. Daarna heb ik de artikelen kritisch tegen het licht kunnen houden in de bespreking van resultaten van het onderzoek. Ook zijn de resultaten van het interview van grote toepassing geweest in het onderzoek. De resultaten daarvan zijn ook vermeld in het onderzoek. Tenslotte zijn er een concrete antwoorden en suggesties vermeld in de conclusie en is er ook nog ruimte voor vervolgonderzoek.

Reflectie

Aangezien de deadline en periode waarin ik werkzaamheden heb verricht voor dit onderzoek zijn sommige onderdelen van dit onderzoek zeker deels te mager. Er was genoeg informatie te vinden over de onderwerpen alleen is er te weinig tijd geweest om dit allemaal te doorgronden. En heb ik een uiteindelijk een selectie moeten maken wat wel en niet relevant was binnen de tijd mij ter beschikking was om ook te kunnen analyseren en bespreken in een degelijk literatuuronderzoek. Daarom ben ik zeker ook van bewust dat vervolg onderzoek in dit onderwerp zeker lijden tot nog betere resultaten en een iets breder zicht op de technologische ontwikkelingen binnen het onderwerp. Hier was zeker te weinig tijd voor in dit geval.

Wel ben ik tevreden met de inhoud van het onderzoek, de wetenschappelijke artikelen zijn op zichzelf vrij complexe onderzoeken om te doorgronden. Hievoor heb ik veel extra onderzoek moeten doen om extra zicht en begrip te vormen over de onderwerpen zodat ik ze kritisch tegen het licht kon houden.

Verder heb ik ook resultaten van het interview verwerkt in het onderzoek en dit heeft mij meer inzichten geboden in het schrijven van mijn conclusie. Alleen zou ik in een situatie van meer tijd ter beschikking er wel voor hebben gekozen, om de resultaten via een conventionelere manier door middel van coderen van een interview hebben uitgewerkt.

Reflectie VINT Symposium – Reshape: The New Possible

Het onderwerp Next Nature en het concept regeneratief heeft mijn aan het denken gezet: met betrekking tot het uitwerken van mijn onderzoek, mijn rol als technoloog, de consequenties van mijn acties en het verschil tussen sustainability en regeneratief.

Ik kan mijzelf goed herinneren aan het begin van mijn studie. Ik viel toen precies onder de omschrijving van Koen van Mensvoort. Ik wilde toen alles controleren in de wereld en daarbij wilde ik ideeën verzinnen die dat mogelijk maakte, om de wereld een beter plek te maken. Na enige tijd op mijn studie te zitten ben ik mijzelf gaan verdiepen in een nieuwe richting dan voorheen. De natuur is mij meer gaan interesseren en met de maatschappelijke kwesties van tegenwoordig begint de realisatie voor mij en voor vele anderen in de samenleving te vormen dat het klimaat verandert. We zitten in Nederland in een energie transitie met het aanleggen van windmolenparken, sommigen leggen zonnepanelen op daken, sommigen leggen een warmtepomp aan, enzovoort. Dit is een vorm van sustainability om als mensheid ervoor te zorgen dat wij onszelf kunnen voorzien van energie. En zoals Koen van Mensvoort aangeeft we proberen alles te controleren en op te lossen. Alleen moeten we ons goed bewust zijn van de gevolgen van onze acties.

In mijn onderzoek voor mijn onderwerp is gebleken bijvoorbeeld dat windmolens een probleem met zich mee brengen waar nog niet veel aandacht voor is geweest. Wat wel bekend is, is dat mensen er overlast van hebben en dat het netwerk het niet aan kan op het moment. Alleen het probleem dat is opgedoken uit mijn onderzoek, is dat vogels en vleermuizen massaal dood gevonden worden uit talloze rapporten in andere onderzoeken verwezen in mijn sommige wetenschappelijke artikelen vermeld in mijn onderzoek. Voor vogels is er al een antwoord op het probleem gevonden. Tegenwoordig zijn windmolens voorzien van lampen om vogels af te schikken of om gebruik te maken van visuele stimulanten van vogels dat hun de windmolens doen ontwijken. Vleermuizen daarentegen hebben een andere aanpak nodig. Voor vleermuizen zijn onderzoekers er achter gekomen dat windmolens uit gezet kunnen in de avond omdat er toevallig meestal weinig wind is in de avond. Verder is er alleen nog geen definitieve oplossing om vleermuizen af te weren. En aangezien sommige vleermuis soorten van nature opzoek zijn naar bomen of hoge objecten om tegen aan te vliegen. Om daar een nest te maken of om te slapen, en op die manier sterven sommige vleermuizen door aanraking met de wieken van windmolens, of anders door barotrauma.

Verder zijn er vele andere ontwikkelingen in de maatschappij aan de hand op het moment. Neem bijvoorbeeld de controverses omtrent de ijzerfabriek van IJmuiden, of de aardbevingen in Groningen, of de stikstof maatregelen, of de maatregelen van onze boeren. Of vele andere fiasco’s afkomstig uit de bedrijf sector zoals de teerput van Vasse en vele andere voorbeelden zijn te noemen. Voor deze problemen kunnen we allemaal oplossingen voor bedenken, maar we moeten er sterk van bewust zijn dat er allemaal gevolgen aan gepaard zijn.

Wat hoopgevend is over dit onderwerp en volgens Koen van Mensvoort, is dat machinelearning een voorbeeld kan zijn van een regeneratief ontwerp. Wat ook toevallig is aangezien ik een concepten heb onderzocht met betrekken tot machine learning en evolutionaire neurale netwerken een geavanceerdere versie van deeplearning.

STARR Reflectie Interview met Econsultancy

Situatie

Afgelopen woensdag op 2 Februari heb ik interview ingepland met twee specialisten van het bedrijf Econsultancy.

Taak

Voor dit interview was ik verantwoordelijk voor het organiseren van het interview. Ook was ik de host van het interview, ik was verantwoordelijk voor het stellen van de vragen en om desnoods aantekeningen te maken. Met dit interview had ik verwacht om kwalitatieve resultaten te verzamelen voor mijn onderzoek en dit was ook wat ik wilde bereiken met het interview.

Actie

Voor het organiseren van het interview heb ik eerst het bedrijf Econsultancy via de mail gevraagd of ze deel wouden nemen aan het interview. Hierbij heb ik eerst geprobeerd gelijk zo concreet en duidelijk mogelijk te zijn over het doel van het onderzoek. Ook heb ik aangegeven wat mijn onderzoeksvraag is zodat het bedrijf hopelijk een beter idee zou hebben waar het interview voor georganiseerd wordt.

Hiervoor hebben we nog enige e-mails over en weer gestuurd om afspraken te maken. Uiteindelijk hebben we een afspraak gemaakt om op woensdag het interview te organiseren. Tijdens het mailen had ik al eerst een vragenlijst opgestuurd zodat de deelnemers van het interview een idee zouden weten, wat er in het interview gevraag zou worden. Zodat ze zichzelf erop kunnen voorbereiden.

Op de dag van het interview heb ik de meeting gestart, een vragenlijst en interview format document paraat gezet op een ander beeldscherm zodat ik ook makkelijk door de vragen heen kon scrollen. Terwijl ik een ander beeldscherm toegewijd had voor het interview met de video-call aangezien de corona situatie. Daarnaast had ik ook nog een notitieblokje met plan klaar gelegd om eventueel notities te maken. Aangezien ik van tevoren had gevraagd aan het bedrijf en de deelnemers, of er een opname gemaakt mocht worden. Zodat ik makkelijker de resultaten van het transcriberen kon verwerken als resultaten van het interview in een tekstbestand. Wanneer de specialisten zichzelf hadden aangesloten aan het interview, heb ik ze allereerst welkom geheten en bedankt voor het deelnemen aan het interview. Vervolgens alsnog gevraagd of ze het fijn vonden en ermee akkoord gingen dat ik het interview zou opnemen. Tenslotte heb ik de opname begonnen en ben ik vragenlijst en interview format afgegaan om het interview vorm te geven. Achteraf heb ik opname beluisterd en de resultaten opgeschreven in een tekstbestand.

Resultaat

Aangezien het interview bijna een heel uur heeft geduurd en we er ook de tijd ervoor hebben genomen om er een uur voor in te plannen heb ik veel vragen kunnen stellen. En daar heb ik dus ook veel resultaten uit gekregen voor mijn onderzoek. Ik heb mijzelf beter kunnen verdiepen in de werkwijze van Econsultancy. Ik heb waar nodig doorgevraagd om details over hun onderzoeken en relevante data op een rijtje te krijgen. Dit speelt uiteindelijk een rol in het uitwerken van technologische concepten voor het bedrijf en hun werkzaamheid voor vleermuizen. Ik heb met name inzicht gekregen dat het bedrijf bezig is met een transitie voor hun werkapplicaties. Dit geeft inzicht dat ze op een bepaald vlak van een concept dat ik bedacht had al een systeem op ogen hebben dat ze van plan zijn te gebruiken. Wel heb ik doorgevraagd of ze toevallig ook een oplossing hadden bedacht voor het verzamelen van hun data aangezien ik al inzicht had, dat het verzamelen van data in hun werkwijze op verschillende wijzen wordt uitgevoerd. Voor het verzamelen bleek achteraf dat er nog geen ontwikkelingen waren gepland. Indicatief voor mij als technoloog dat er hier nog een mogelijkheid was voor nader onderzoek. Ook kwam er een extra inzicht en suggestie vanuit de specialisten, met name het verzamelen van data in hun werkwijze vraagt naar veel menselijke handelingen. Bijvoorbeeld het samenvoegen van locatiepunten in een GPX-bestand kost veel werk en tijd. Dit hebben de specialisten nodig om een beter overzicht te krijgen van een projectomgeving. Hier hadden ze een sterke behoefte aan om technologische ontwikkeling hiervoor te hebben dat hun veel tijd zou kunnen schelen.

Voor mij als technoloog zouden deze mogelijkheden uitgewerkt kunnen worden in een webapplicatie zodat de specialisten er gebruik van kunnen maken.

Verder hebben we ook besproken welke data stukken er verder benodigd zijn voor het onderzoeken en vergaren van vleermuisonderzoeken. Ook hebben we andere onderwerpen besproken zoals hun werkwijze en dit heeft mij veel inzichten opgeleverd in het interview.

Reflectie

Na het stellen van al mijn vragen, heb ik mijn deelnemers nog snel gevraagd wat hun beleving was van het interview. Hier heb ik als antwoord gekregen dat het voor hen heel fijn was dat ik de meeste vragen al had opgestuurd naar de deelnemers. Dit gaf hun de tijd en ruimte om de vragen in te lezen, en om alvast hun antwoord voor te bereiden. Dit was in dit geval wel noodzakelijk omdat de vragenlijst wel best lang was en aangezien het interview bijna een heel uur heeft geduurd. Dit was misschien wel iets te lang voor een interview en ik kan begrijpen dat het voor de deelnemers misschien zelfs iets te lang was. Desalniettemin zijn ze zo vrij geweest om een heel uur ervoor uit te plannen in hun planning, dus daar ben ik heel dankbaar voor geweest.

In het interview heb ik veel vragen kunnen stellen en veel doorgevraagd over sommige onderwerpen. Hieraan merkte ik dat het bij sommige onderwerpen betere resultaten opleverde dan voor andere onderwerpen aangezien er niet meer over te vertellen was. Voor sommige onderwerpen heeft het doorvragen wel geleid naar betere inzichten en zelfs mogelijkheden voor concepten waar de specialisten ook veel praktische nut bij zouden hebben.

Aan de andere kant heb ik in het tweede onderdeel van mijn interview geprobeerd technologische ontwikkelingen te bespreken met mijn specialisten. Hier was mijn vragenstelling zo specifiek gericht op wetenschappelijke onderzoeken, dat het achteraf bleek dat mijn specialisten er nog niet over gehoord hadden. Dit was misschien ook iets te specifiek gevraagd en aangezien mijn specialisten niet gespecialiseerd zijn in de technologie had ik dit misschien ook eerder kunnen verwachten voor het interview. Dus na het stellen van de vragen kwam ik er snel achter dat ik door kon gaan naar het stellen van andere vragen. Die ik in eerste instantie had overgeslagen omdat we bijna aan het einde van onze afgesproken tijd kwamen en ik de specialisten niet langer wou ophouden heb ik snel gehandeld door sommige vragen eerst over het hoofd te laten. Achteraf kon ik sommige vragen alsnog stellen en was het interview uiteindelijk wat mij betreft afgerond. Mijn deelnemers van het interview waren achteraf verrast dat ik mijzelf zo netjes aan de afspraken van onze tijdsplanning had gehouden. Dus daar kan ik van overtuigd zijn dat ik daar zelf goed aan heb gedaan. Ook had één deelnemer in het interview aangegeven dat het voor haar in eerste instantie deels onduidelijk was wat het doel was van het interview en wat nou precies voor mij belangrijke informatie zou zijn in dit onderzoek. Dit heb ik tijdens het interview moeten uitleggen. Hier ben ik achteraf gezien toch te onduidelijk geweest zoals zij had aangegeven, wat voor mij de meest relevante informatie zou zijn en in welke richting dat zou zijn. Hier moet ik voortaan wel meer aandacht aan besteden en niet vergeten duidelijk kenbaar te maken tijdens het maken van afspraken voor een interview. Ook ben ik achteraf gezien bepaalde onderdelen vergeten te spreken met het bedrijf met betrekking tot het organiseren en details van het interview dat ik hier best wat extra e-mails voor heb moeten sturen naar het bedrijf. Dit had achteraf gezien ook beter gekund. Voor de rest ben ik achteraf gezien zeer tevreden met de resultaten en uitvoeren van het interview.

Sector Verdiepen Block

CMGT is een vakgebied waar je vaak innovatieve, digitale producten ontwikkelt voor veel andere sectoren (bouw, kunst, gezondheid, logistiek, haven, leisure, agrarische sector, etc.). Je kiest samen met één van de CLE-beoordelaars van dit Block een sector die je nader gaat onderzoeken. Je beschrijft de CMGT-ontwikkelingen die al plaatsvinden in de sector en wat de verdere kansen zijn voor de CMGT-er.

Met dit Building Block toon je aan dat je onderzoekende kwaliteiten op niveau zijn. Tijdens je onderzoek ben je je bewust van de interactie met de deelnemers aan je onderzoek en ben je je bewust van hun mogelijke kwetsbaarheden. Verder reflecteer je op je eigen rol in het onderzoek.

  • Inhoud
    Je leest blogs, literatuur en hebt (een of meerdere) (online) tech-events bezocht zodat je op de hoogte bent van de laatste technologische ontwikkelingen. Maak dit aantoonbaar op je blog.
  • Onderzoek
    Je voert een onderzoek uit naar de sector van jouw keuze en houdt daarbij rekening met: Bronnen (Je hebt relevante bronnen op een correcte wijze verwerkt in tekst en bronnenlijst zodanig dat anderen een goed inzicht krijgen in je onderbouwing); Onderzoeksdoel (Je hebt het onderzoeksdoel zodanig afgebakend dat je een onderzoeksvraag kunt formuleren); Onderzoeksmethode (Je kan een onderzoeksmethode selecteren en uitwerken zodanig dat je daarmee een antwoord kunt vinden op de onderzoeksvraag); Data (Je weet data te verzamelen en weer te geven zodanig dat je conclusies kunt trekken en aanbevelingen kunt doen); Reflecteren (Je kunt zodanig op je eigen onderzoek reflecteren dat de sterke en zwakke punten van het onderzoek en jouw rol daarin duidelijk worden); Respect (Je gaat zodanig met je onderzoeksomgeving en deelnemers om dat je hiermee respect toont).
  • Resultaat
  • 1. Als onderzoeker kom je door middel van goed gevonden bronnen en goede argumenten tot een gefundeerde mening over ontwikkelingen op het CMGT-vakgebied in de door jou gekozen sector. Je hebt o.a. gesproken (onderzoeksdata vergaard door een gesprek te voeren) met een expert die in deze sector actief is, liefst een technoloog. Let op: dit is dus geen mede-student of een docent! 2. Je bedenkt en werkt een CMGT-concept uit voor de door jou gekozen sector en je kunt aantonen dat dit concept nog niet in deze sector wordt toegepast maar wel van toegevoegde waarde kan zijn. Let op: je hoeft dit concept niet daadwerkelijk te ontwikkelen maar je zorgt wel voor tekstuele uitleg en enkele grafische uitwerkingen. 3. Daarnaast heb je een artikel geschreven waarin je een technologische ontwikkeling onderzocht hebt. Hierin komt duidelijk naar voren dat je kritisch en onderzoekend gewerkt hebt om dit artikel te schrijven. Het artikel is gepubliceerd op internet. (* In de 3e periode wordt bij het vak Media- en techniekfilosofie gewerkt aan een kritisch artikel wat je hier eventueel voor mag gebruiken).

Onderbouwing

Aanpak verdiepen in de milieu sector

Voor dit building-block heb ik gekozen om mijzelf te verdiepen in de milieu sector. In plaats van alleen te focussen op alleen technologische ontwikkelingen binnen een sector, heb ik er ook voor gekozen om een beter beeld te krijgen van de werkzaamheden binnen de sector. Ik heb op die manier mijn horizon verbreed van wat er allemaal speelt binnen sector. In plaats van alleen te focussen op bewezen oplossingen die verder weinig inspiratie bieden, heb ik in een breder context mijn verdieping van de sector benaderd.

Literatuur

Voor dit block heb verschillende wetenschappelijke literatuur onderzoeken gelezen. Deze zijn vermeld in mijn onderzoeksverslag. Ik heb hierbij kennis getoond van de wetenschappelijke literatuur artikelen door de artikelen beknopt samen te vatten en de artikelen kritisch tegen het licht te houden. Ook heb ik verbanden gelegd tussen verschillende verbanden gelegd tussen de wetenschappelijke artikelen.

Na het deelnemen aan het even van Sogeti ben ik geïnspireerd geraakt door het concept NextNature en de begrippen van een regeneratief concept dat ik ervoor heb gekozen om het boek NextNature te lezen.

Eerst bespreekt dit boek hoe natuur bij de cultuur van de mens hoort. Verder wordt er in dit boek een benadering van Adam en Eva gegeven als metafoor hoe de mens technologie ontwikkelt dat de balans in de natuur verstoort. Ook word er een vergelijkingen in dit boek gemaakt tussen verschillende objecten die bestaan in de wereld, en objecten die gemaakt zijn door de mens. Waarvan sommige objecten controleerbaar zijn, zijn daarentegen andere objecten juist oncontroleerbaar. Het boek beschrijft dat de mens ontwikkelingen bedenken die een grote invloed kunnen hebben op onszelf maar ook de planeet of andere organismen. Met die invloed lossen we dus problemen op maar we creëren voor onszelf vrij vaak wel weer een ander probleem dat soms oncontroleerbaar probleem vormen. Het boek beschrijft daarom hoe we als mensheid nog niet ontwikkeld genoeg zijn om op een planetair niveau te denken voor ontwikkelingen maar wel binnen onze eigen perspectieven. Tegen het eind van het boek worden er evolutionaire super structuren besproken waarvan de mens deel van uit gaat maken. Hiermee wordt Artificial Intelligence bedoelt en is overigens een voorbeeld van een Regeneratief concept aangezien het zichzelf versterkt over de tijd. En verder wordt er in dit boek besproken hoe wij als mens niet meer de dominante soort op aarde gaan zijn na het ontdekken van evolutionaire super structuren.

Blogs

In mijn vrije tijd volg ik technologische blogs zoals TechCrunch, The Verge, GeekWire en Digital Trends. Deze blogs hebben wel eens leuke artikelen die mijn interesse wekken. Ook vind ik het altijd leuk om nieuwe trends en ontwikkelingen in mij op te nemen. Verder ben ik ook een grote fan van IEEE Spectrum hier lees ik vaak de meest cutting-edge artikelen in de technologsiche wereld in allerlei verschillende sectoren. Vroeger in mijn eerste en tweede jaar op de hogeschool las ik altijd artikelen in de bus onderweg van en naar de hogeschool.

Tech-Event

Voor dit block en om mijzelf verder te verdiepen in de milieusector heb ik deelgenomen aan het VINT Symposium van Sogeti. In dit event hadden ze een onderdeel toegewijd aan het onderwerp ‘Next Nature’. Voor dit onderwerp hebben ze de filosoof Koert van Mensvoort uitgenodigd. Hij is de bedenker van het principe en schrijver van het boek ‘Next Nature’ en heet daarmee een community opgericht over dit onderwerp.

Next nature

Volgens Koert van Mensvoort staat natuur en technologie nauw met elkaar verwant zijn, ‘dat het niet zwart wit is’. Om dit toe te lichten heeft Koert van Mensvoort in een illustratie met vier kwadranten een onderscheid gemaakt tussen 4 verschillende soorten objecten in de wereld. In onze wereld kan een mens bepaalde objecten plaatsen binnen het kwadranten geïllustreerd als: ‘geboren controleerbare objecten, ‘gemaakte controleerbare objecten, ‘geboren ongecontroleerde objecten en ‘gemaakte ongecontroleerde objecten’.

Voorbeelden volgens Koert van Mensvoort

“In het geboren gecontroleerde kwadrant daar vind je biologische dingen die wij zo manipuleren dat je kan beargumenteren dat het geen natuur meer is maar design. Neem als voorbeelden de genetisch gemodificeerde banaan, de genetisch gemodificeerde regenboogroos, de genetisch gemodificeerde kip of de genetisch gemodificeerde bonsaiboom. Het is biologisch maar het is helemaal door mensen bepaald. Wel zijn er dingen geboren in de natuur die we helemaal niet bepalen of controleren. Neem als voorbeelden de zon, vulkanen, virussen, het weer. We zijn niet de bepalende dominante soort op aarde ondanks we een heleboel maken. Want in het gemaakt gecontroleerde kwadrant, neem bijvoorbeeld auto’s, telefoons, robots of lampen.”

Volgens Koert van Mensvoort is het gemaakte ongecontroleerde kwadrant wel interessant. Dingen die wij maken die wij niet meer controleren.

“Neem het fileprobleem, digitale netwerken, kunstmatige intelligentie, computervirussen, het financiële systeem. Wij hebben het gemaakt maar het is een eigen autonome misschien wel natuurlijke dynamiek.”

Verdere belangrijke punten van Koert van Mensvoort
Mensen willen alles controlleren

“We maken alles en we controleren ook alles 100%. Een smartcity dat met digitale technologie dat alles meet, dan is iedereen veilig en leven we in een perfecte wereld.”

Alles wat mensen doen heeft een consequentie

“We moeten beseffen dat terwijl we al die invloed op de aarde hebben en op onze omgeving hebben. Dat er ook continu verassende dingen gebeuren. En dat die technologie een eigen dynamiek heeft. Waarop wij weer moeten improviseren. Het is eigenlijk nooit af en we spelen continu met vuur.”

Hoe kunnen we meer in balans met natuur zijn? Wat is regeneratief design wat moet ik daarbij voorstellen?

Concreet voorbeeld van een regeneratief concept:

“Neem een wortelbruggen uit India, Dit heeft niks te maken met de toekomst, Het is geen sciencefiction, het is zeker ook niet digitaal. De brug groeit en wordt steeds sterker. Dit is een regeneratief ontwerp. Dit zit op de grens van gemaakt, geboren, controleren en niet controleren.”

Koert van Mensvoort stelt zichzelf de vragen:

“Hoe kunnen wij met een IT-manager systemen bouwen die hieraan werken en die steeds sterker worden?”

Hoe kunnen wij als van mens en bedrijven sector onszelf afzetten van sustainable? Om naar een regeneratieve ideology werken.

Machine Learning

Wat interessant is, is dat Koert van Mensvoort een klein stukje bespreekt hoe machinelearning bij dit concept Next nature past.

“Waar moeten we machinelearning plaatsen in dit kwadrant? Gemaakt en ongecontroleerd. Ongecontroleerd hoeft niet alleen negatief te zijn, het kan ook positief zijn. Creativiteit gaat ook over een bepaalde ongecontroleerdheid (verassing).”

Reflectie Tech-Event

Benadering onderwerp

Afgelopen zomer ben ik in dienst getreden bij het bedrijf Econsultancy. Door ecologische onderzoeken uit te voeren bij het bedrijf als waarnemer, ben ik mijzelf al gaan verdiepen in verschillende werkzaamheden binnen de sector. `Zo heb ik al snel mijn bijdrage bij dit soort werkzaamheden als technoloog in overweging genomen. Dit heeft mij vroeg in het proces van dit onderzoek tot ideeën geleidt. Deze ideeën heb ik meegenomen in mijn onderzoek naar de technologische mogelijkheden en concepten relevant aan de werkzaamheden binnen mijn onderwerp.

Tot stand komen onderzoeksvraag

Ik heb ervoor gekozen om een literatuur onderzoek uit te voeren over een gespecialiseerd onderwerp binnen de sector. Mijn onderwerp voor dit onderzoek heb ik gefocust op ecologische onderzoeken van vleermuizen. De rede waarom ik dit onderwerp heb gekozen, is omdat er bij vleermuis onderzoeken, technologische oplossingen al gebruikt worden om data verzamelen. Als technoloog kwam ik tot de conclusie dat de technologische ondersteuning hierbij onderontwikkeld is op sommige vlakken. En daarom zie ik als technoloog veel potentie, om in verschillende aspecten binnen de werkzaamheden van vleermuis onderzoeken nieuwe oplossingen te bedenken. Dit heeft mij geleidt tot mijn onderzoeksvraag:

“Hoe kan een ecologisch georiënteerd bedrijf, efficiënter en nauwkeuriger te werk gaan binnen het kader ecologische onderzoeken van vleermuizen.”

Ook heb ik mijzelf afgevraagd wat nou precies het probleem/context is van mijn onderzoek uiteraard. Aangezien de ecologische veldonderzoeken van vleermuizen tegenwoordig al deels digitaal aangeleverd worden, is er hiervoor al potentie om een technologische innovatieve toepassing te bedenken, binnen de werkzaamheden van de ecologische veldonderzoeken van vleermuizen. Dus als onderzoeksdoel heb ik mijzelf het doel gesteld om te onderzoeken of er een mogelijkheid is om de werkzaamheden van de ecologische veldonderzoeken van vleermuizen te kunnen ondersteunen door middel van technologische ontwikkeling van een innovatieve oplossing(en) waar een bedrijf zoals Econsultancy kan gebruiken bij hun werkzaamheden.

Onderzoeksmethoden

kritisch literatuuronderzoek

Om dit onderzoek vorm te geven heb ik ervoor gekozen om een kritisch literatuuronderzoek te doen naar wetenschappelijke artikelen over de technologische ontwikkelingen binnen mijn onderwerp (ecologische onderzoeken vleermuizen). Voordat ik hieraan begon heb ik eerst onderzoek gedaan naar algemene informatie over vleermuizen. Hiervan heb ik al informatie over geleerd tijdens mijn werkzaamheden binnen Econsultancy als waarnemer voor onder andere vleermuis onderzoeken. In mijn kritisch literatuuronderzoek heb ik mijn geselecteerde wetenschappelijke artikelen kritisch tegen het licht gehouden. Ook heb ik verbanden gelegd tussen de wetenschappelijke artikelen. Tenslotte ben ik tot een conclusie gekomen op mijn onderzoeksvraag. Op basis van de resultaten van mijn onderzoek en met betrekken tot resultaten van mijn interview ben ik met een wel overwogen conclusie tot stand gekomen in mijn onderzoek.

Interview

Verder heb ik naast het uitvoeren van mijn literatuuronderzoek ervoor gekozen om een interview te houden met specialisten binnen het bedrijf. Hiervoor heb ik eerst een vragenlijst opgesteld met relevante vragen voor mijn onderzoek. Daarom heb ik ook eerst nogmaals onderzoek moeten doen naar de werkzaamheden van Econsultancy om zo tot concrete kritische vragen te vormen. Daarmee was het mijn doel om kwalitatieve resultaten en inzichten te verzamelen over mijn onderwerp en onderzoeksvraag. Door middel van een een semi-gestructureerd interview heb ik met mijn specialisten een interview ingepland. De resultaten daarvan staan in mijn post van mijn gepubliceerde onderzoek vermeld in de bijlage.

Respect

Voor het organiseren van het interview heb ik mijn specialisten en het bedrijf met respect behandeld. Hiervoor heb ik hun eerst gevraagd per e-mail gevraagd of ze deel wouden nemen in mijn onderzoek. Hierbij heb ik hen een uitgebreide uitleg gegeven over bijvoorbeeld het doel van het onderzoek, wat het verband is tussen mijn studie en het onderzoek, wat voor soort resultaten er verwacht kunnen worden uit het onderzoek, wat mijn onderzoeksvraag is, de context, wel specialisten ik graag wil interviewen en waarom, hoe ik respectvol om ga met de specialisten en betrekking tot het bedrijf in verband met het onderzoek, dat het bedrijf recht heeft op inzage voordat er gepubliceerd wordt. Hiervoor zijn een paar e-mails over en weer gestuurd om van mijn kant ervoor te zorgen dat alles duidelijk is voor het bedrijf en deelnemers. Vaak waren er wel vragen en daar heb ik graag antwoord op gegeven. Hierna zijn er concrete afspraken gemaakt waar en wanneer het interview plaats zou vinden. Ook heb ik meerdere opties geboden aan de specialisten aangezien we ervoor hadden gekozen om een video-call te organiseren voor het interview in verband met corona. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen aangezien ik degene ben die het interview wil organiseren dat ik zelf de meeting en de applicatie Zoom heb gekozen als beste optie. Aangezien we geen zekerheid hadden dat het zou werken voor externen van het bedrijf zoals ik.

Nadat ik de afspraken gemaakt heb, heb ik ook de e-mails gestuurd naar de twee deelnemers van het interview. Hiervoor heb ik ook al een semi-gestructureerde vragenlijst doorgestuurd tijdens het bespreken van het interview. Alsnog heb ik weer de vragenlijst opgestuurd omdat ik ervan uit kon gaan dat de tweede deelnemer die niet had gelezen aangezien de deelnemer met overleg van het bedrijf op korte duur op de hoogte was gesteld van het interview. Daar was de deelnemer in een kleine feedback moment na het interview blij mee dat ik er aan had gedacht. Na en voor het hosten van het interview heb ik de deelnemer nogmaals bedankt voor hun tijd en inzet in het interview en heb ik hun ook een fijne dag gewenst.

Bij het maken van de afspraken, en dus voor het hosten van het interview heb ik afspraken gemaakt wanneer ik verwachtte de resultaten van het onderzoek als draft versie zou opsturen. Ik heb aangegeven dit op vrijdag in te leveren. Hier heb ik mijn best voor gedaan om mijzelf ook aan de afspraak te houden. Het bedrijf heeft er achteraf op gereageerd om ook tot maandag open te stellen voor inzage. Uiteindelijk heb ik op vrijdag de eerste draft versie ingeleverd van het onderzoek en op maandag de tweede draft versie. Bij het inleveren van de tweede draft versie heb ik respectvol gevraagd of het mogelijk zou zijn om het onderzoek te publiceren en of het nogmaals voldoet aan hun verwachtingen. Daar heb ik overigens bij elke e-mail naar gevraagd om respect te tonen. Tenslotte heb ik met akkoord van het bedrijf het verslag op mijn blog gepubliceerd en een laatste aanpassing verwerkt in het verslag voordat ik het heb gepubliceerd.

Resultaten

Het resultaat van dit literatuuronderzoek en interview staat gepubliceerd in een los artikel op mijn blog. (Resultaat onderdeel 1 en 3 van de modulewijzer voor het sector verdiepen block)

Innovatieve oplossingen en adviezen voor het vernieuwen van ecologische onderzoeken van vleermuizen

Tenslotte heb ik op basis van dit onderzoek een concept bedacht dat bijna alle inzichten van mijn resultaten van het onderzoek omvat. (onderdeel 2 van de modulewijzer voor het sector verdiepen block)

Concept

Op basis van de resultaten uit mijn literatuuronderzoek en de resultaten van mijn interview ben ik tot het volgende concept gekomen door alle resultaten te convergeren in een concept.

De uitwerking van de resultaten van het onderzoek is een webapplicatie. In deze webapplicatie wordt mogelijk voor projectleiders, als administratie medewerkers als waarnemers mogelijk om ecologische veldonderzoek data aan te leveren, controleren, downloaden en bewerken.

Voor ecologische veldonderzoeken van vleermuizen is er data dat verzameld wordt door waarnemer onder begeleiding van de projectleiders. Deze data wordt voornamelijk opgestuurd via de mail. Dit gegeven biedt twee opties waarvan we in dit concept één uitwerking gaan bespreken.

Aangezien de huidige werkwijze binnen het bedrijf veel handmatige werkzaamheden vereist is het in een groeiend bedrijf van belang dat er in de toekomst een wijze komt om dit proces te automatiseren. Dat betekent dat er een oplossing komt op server niveau om automatisch zonder gebruiker handelingen de inkomende data te verwerken naar de juiste plek binnen de structuur van het bedrijf. De structuur daarvan is al bekend voor het bedrijf en dat is fijn aangezien die structuur aangehouden kan worden en indien aangescherpt. Dat is voor toekomstig werkzaamheden de taak. Maar in dit concept wordt huidige werkwijze meegenomen in het concept.

 

Technologische opbouw

In de huidige werkwijze sturen de waarnemers na een ecologisch project de data op naar een e-mailadres van het bedrijf. Hierbij vermelden ze in de titel als volgt:

Veldverslag – {projectnummer} – {Avond of Ochtend} {soort project ronde} {project ronde nummer} – {Locatie} – {datum}

De gedresseerde zijn altijd de eerste ontvanger, en in dit concept vormt een geautomatiseerd proces. Daarom noemen we de eerste ontvanger bijvoorbeeld bot@bedrijf.com, en de tweede ontvanger in de CC is de e-mail van de projectleider.

Daarna wordt er in het bericht van de waarnemers opnieuw informatie over het project meegegeven naast een traditionele groet en sluit zin. En in de bijlage van de e-mail komt altijd een word bestand met de waarneming gegeven, een GPX-bestand van waarneming locaties. Een foto met aantekeningen van de waarnemingen is optioneel om extra bijgeleverd te worden naast de verwerking ervan in het word-bestand, ook is het aanleveren van een audio opname ook optioneel indien get onduidelijk is om welke vleermuis het gaat.

Deze informatie is een vast formaat en wijze hoe de onderzoek data wordt opgeleverd.

Daardoor is het mogelijk om door middel van de ‘email listener2’ library toe te passen in het concept. Dit maakt het mogelijk om de data te verwerken op een webapplicatie waarmee de inhoud van een e-mail ontleed kan worden naar losse onderdelen. Op basis van de aangeleverde data kan er data-analyse gedaan worden waarmee het automatische proces de juiste stukken data kan verzamelen onder het juiste project nummer en ronde.

Het valideren van correcte inhoud van de e-maildata, kan ook door middel van deze library nagekeken worden.

Als alle waarnemers de correct de onderzoek data hebben ingeleverd dan krijgen de projectleider en werknemer verantwoordelijk voor het administreren van de onderzoek data een notificatie door het systeem dat alle data door alle waarnemers is ingeleverd.

Hierna kan een projectleider met eigen inlog gegevens inloggen op de webapplicatie.

De projectleider krijgt een overzicht te zien van alle projecten.

Elk project bevat zijn eigen project rondes overzicht waar alle data van verschillende waarnemers is verzameld.

De projectleider kan in het detailoverzicht van onderzoek data van waarnemers downloaden of bekijken.

In het overzicht van een projectronde waar alle data van waarnemers weergeven staat als een lijst, is het mogelijk voor projectleiders om alle GPX-bestanden te convergeren naar een nieuw bestand.

Dit nieuwe GPX-bestandbestand wordt aangemaakt op de server en is na het verwerken beschikbaar om te downloaden. Ook moet het mogelijk zijn om het aanmaken van dit bestand opnieuw uit te voeren zonder dat er meerdere bestanden ervan op de server komen.

Dit kan door middel van de library xml2 waarmee de bestanden met XML-format data uitgelezen en bewerkt kan worden. En door middel van de sf library kan de data als een object geëxporteerd worden doormiddel van de GPX driver van de xml2 package.

In het geval dat er een audio opname wordt meegegeven door een waarnemer dan is dit te zien in een status overzicht van aangeleverde data in het project ronde overzicht. Zo kan een projectleider makkelijk zien dat er een audio opname is aangeleverd voor nader onderzoek. De projectleider kan hiermee door middel van een connectie met een evolutionair neurale netwerk van RestNET50 met samenwerking van ImageNet op de webapplicatie een analyse uit te laten voeren om een daarmee te herkennen welke vleermuis het is. Het neurale netwerk draait op een aparte omgeving dan de webapplicatie.

De webapplicatie maakt gebruik van de MVC framework Laravel, hiermee is het mogelijk om op de server met samenwerking van de ‘e-mail listener2’ sommige bestanden op de server te zetten. Alle andere data kan naar de database. Met de ingebouwde filesystem van Laravel wordt het wel makkelijker om bijvoorbeeld foto’s en audiobestanden op te slaan.

Reflecties

Bronnen van dit onderzoek

Algemene vleermuis informatie

Hieronder staan vermelde links die mij verdere kennis en inzicht geboden hebben bij mijn literatuuronderzoek.

Hoary Bat – Kentucky Department of Fish & Wildlife

Barotrauma

Star Trek: How Birds Use Electromagnetic Cues to Travel

Study: Bats dying due to wind farms

Wind Turbines Killing Alarming Number of Bats: Scientists

Bats and Wind Turbines

Bat conservation and the engery transition: wind turbines kill mostly female and juvenile bats

Technologische Ontwikkelingen

Radar

Radar

Machine Learning

Support vector machine

Vleermuizen

World From Space: ‘How We Use Technology Inspired by Bats to See Water Availability in Fields’

Avian Radar System | Bird and Bat Mortality Mitigation Radar

Scientists Use Weather Radar to Track Bats

Detecting Objects with Invisible Waves: Using Radar, Sonar, and Echolocation to “See” – Carnegie Museum of Natural History

Ecologische onderzoek software

Turn Your Phone into a Bat Detector with the Echo Meter Touch 2

Software for Bat Call Analysis

BATLOGGER M

Bat Detector Recorders| Analysis Software

Automatic Bat Identification: Kaleidoscope Pro

Recommendations for using automatic bat identification software – News – Bat Conservation Trust

Echo Meter Touch Bat Detector

Wetenschappelijke Artikelen

Vermeld in mijn kritische literatuuronderzoek en in de post.

Innovatieve oplossingen en adviezen voor het vernieuwen van ecologische onderzoeken van vleermuizen

Innovatieve oplossingen en adviezen voor het vernieuwen van ecologische onderzoeken van vleermuizen

Een literatuuronderzoek door Carlo Tijmons, student aan de Hogeschool Rotterdam

Inleiding

Het onderzoeken van vleermuizen wordt in Nederland door adviesbureaus uitgevoerd. Ecologen spelen hierbij een rol met het verzamelen en analyseren van data van verschillende vleermuissoorten. Het uitvoeren van ecologische onderzoeken van vleermuizen wordt voornamelijk door mensen uitgevoerd. Veel fysieke handelingen worden daarom vereist van ecologen en waarnemers. Ecologen voeren hun werkzaamheden uit met hun voorziening van apparatuur dat ter beschikking is. Resultaten afkomstig uit een afgenomen interview met specialisten binnen dit werkveld, suggereren dat sommige handelingen binnen de werkzaamheden verbeterd kunnen worden.

Door middel van dit onderzoek zal er geprobeerd worden suggesties en adviezen te bieden op de onderzoeksvraag:       

“Hoe kan een ecologisch georiënteerd bedrijf efficiënter en nauwkeuriger te werk gaan binnen het kader ecologische veldonderzoeken van vleermuizen.”

Dit literatuuronderzoek benadert vijf verschillende wetenschappelijke artikelen over vleermuizen. Waarvan er in het onderzoek twee verschillende technologieën worden onderzocht in de vijf artikelen. Het analyseren van echolocatie van vleermuizen met behulp van algoritmes is onderzocht en de impact van radar technologieën op vleermuizen is ook nader onderzocht in dit literatuuronderzoek. De uitwerkingen en resultaten van de gerefereerde onderzoeken worden in de discussie paragraaf besproken en vergeleken met elkaar. Daarna zal dit onderzoek suggesties en mogelijkheden bespreken vanuit de resultaten.

Dit onderzoek bespreekt ook de resultaten van afgenomen interview van specialisten actief binnen de sector (volledige interviewtranscripten zijn opgenomen in Bijlage). 

Overzicht Resultaten

De technologische ontwikkelingen gefocust op het analyseren van echolocatie van vleermuizen

In dit literatuuronderzoek zijn drie verschillende onderzoeken bestudeerd, waar het analyseren van audio opnames van vleermuizen wordt onderzocht door middel van computer identificatie methodes van audio. Binnen twee van de drie onderzoeken is het bekend en rekening gehouden met rapporten waaruit blijkt dat vleermuissterfte in groten getale voorkomt rondom windturbines. Dit vormt voor sommige ecologen grote zorgen aangezien het voor ecologen bekend is dat vleermuizen een indicatie zijn van een gezond ecosysteem. Voor de twee onderzoeken die hierop gefocust zijn, is het van belang om te achterhalen welke vleermuissoorten (populaties) door windmolens getroffen worden. De sterfte kan veroorzaakt worden door fysieke trauma veroorzaakt door fysiek contact met de windmolens. Of door barotrauma, veroorzaakt door een verschil in luchtdruk dat de longen en bloedweefsels doen knappen wat lijdt tot sterfte van vleermuizen.

Om te achterhalen welke vleermuissoorten hierdoor getroffen worden, zijn er in de drie bestudeerde onderzoeken verschillende uitwerkingen van computer identificatie methodes toegepast. Aangezien er tussen de gekozen onderzoeken een merkbaar verschil van publicatiedatum voorkomt, is het ten eerste evident dat de technologische uitwerking van de computer identificatie methodes heel erg van elkaar verschillen. Dit komt mede doordat de technologische ontwikkelingen en mogelijkheden veel keuze bieden in vergelijking met het verleden.

In het onderzoek van Mirzaei et al. (2012) is er gekozen om een evolutionair neuraal netwerk te gebruiken die de akoestische eigenschappen van echolocatie van vleermuizen analyseert door middel van drie verschillende technieken: Short Time Fourier Transform (STFT), Mel Frequency Cepstrum Coefficient (MFCC) en Discrete Wavelet Transform (DWT) (p. 1).

De computer identificatie methode van Ruiz et al. (2017) voor het classificeren van vleermuis echolocatie maakt gebruik van een statistisch modelgebaseerd ‘Voice Activity Detector’ (VAD) gecombineerd met een verzameling van ‘Supervised Learning Classifiers’ (SVL) (p. 1).

Uit het onderzoek van Hu et al. (2020) blijkt dat ze gekozen hebben om deeplearning technieken toe te passen, vernoemd als BatNet++ dat onderdelen van RestNet 50 gebruikt om vleermuis echolocatie te herkennen (p. 1).

In de boven beschreven samenvattingen van uitwerkingen van de verschillende computer identificatie methodes, is op te merken dat met het onderzoek van Mirzaei et al. (2012), drie verschillende technieken worden gebruikt. Deze technieken maken het mogelijk om frequentie domein informatie te bepalen waarmee klanken herkend kunnen worden.

Dan wordt er in het onderzoek van Ruiz et al. (2017) gebruik gemaakt van een toegepaste techniek VAD. VAD maakt het mogelijk maken om automatisch opnames te maken, in het geval dat vleermuizen langs windturbines vliegen en echolocatie gebruiken dan wordt er een opname gemaakt van de vleermuis. Voorheen werd de techniek VAD toegepast om de activiteit van menselijke stemmen op te merken. Ook worden er SVL-technieken toegepast dat onderdeel uitmaakt van een machine learning algoritme, waarbij er op basis van getrainde input en output waarden een geconcludeerde functie geproduceerd wordt. Op basis daarvan worden nieuwe berekeningen uitgewerkt dat vervolgens weer lijdt tot nieuwe verbeteringen van de functie. Met andere woorden een algoritme dat zichzelf herschrijft en de beste mogelijke versie van het algoritme kiest als de opvolger.

In het geval van het onderzoek van Hu et al. (2020) is er gekozen om deeplearning technieken toe te passen van ImageNet dat instaat is om foto’s te herkennen. Hiervoor hebben ze het algoritme getraind om diverse soorten vleermuizen te herkennen. Vervolgens hebben ze RestNet toegepast om op basis van audio opnames een gewenst resultaat te krijgen van het getrainde ImageNet. RestNet is een evolutionair neuraal netwerk dat gebruik kan maken van ImageNet. Ook is RestNet instaat om audio opnames te verwerken naar spectrogrammen (een foto bestand). Het spectrogram wordt vergeleken in vergeleken en geeft een resultaten terug gerangschikt op hoogste waarschijnlijkheid kans.

Vergelijking van resultaten gefocust op het analyseren van echolocatie van vleermuizen

De resultaten uit het onderzoek Mirzaei et al. (2012) wijzen erop dat dat de DWT-methode veruit het meest accuraat is van de drie geteste methoden met een gemiddelde van 93% nauwkeurigheid met een 5000 evolutie rondes van hun evolutionair neuraal netwerk (p. 4). In dit onderzoek zijn er 120 opnames van echolocaties geanalyseerd van 5 verschillende vleermuissoorten.

Uit de resultaten van het onderzoek van Ruiz et al. (2017) is waargenomen dat twee algoritmes uit de machine learning methode, Super Vector Machine (SVM) en Random Forest (RF) algoritmes de hoogste scores hebben behaald in het onderzoek met een gemiddelde score van 85% (p. 5). In dit onderzoek zijn er 380 opnames van echolocaties geanalyseerd van 36 verschillende vleermuissoorten.

Het onderzoek van Hu et al. (2020) heeft als resultaat van hun beste versie van de analyses, dat BatNet++ samen met RestNet 50 als laagste nauwkeurigheid percentage 95,6% behaalt (p. 3). In dit onderzoek zijn er 818 opnames van echolocaties geanalyseerd van 38 verschillende vleermuissoorten.

Als de resultaten vergeleken worden is het opmerkelijk dat het onderzoek uit 2012 van Mirzaei et al. goed heeft gepresteerd. Het onderzoek van Ruiz et al. (2017) heeft de laagste gemiddelde scores behaald van alle onderzoeken. En BatNet++ heeft de hoogste nauwkeurigheid percentage behaalt met het laagste resultaat is het alsnog 95,6% nauwkeurig.

De onderzoeken uit 2012 en 2020 hebben beide technieken waarmee frequentie domein informatie waarmee klanken herkend kunnen worden. Daarentegen heeft het onderzoek van Ruiz et al. (2017) machine learning technieken toegepast, waarvan er een fenomeen kan ontstaan genaamd bias. Dit is een groot probleem in machine learning en kan een oorzaak zijn waarom de resultaten lager scoren aangezien een machine learning algoritme systemisch bevooroordeeld zijn door verkeerde veronderstellingen.

De integratie van radar technologieën voor vleermuis onderzoek

In dit literatuuronderzoek zijn twee verschillende onderzoeken onderzocht over het gebruik van radar toepassingen op vleermuizen. In beide onderzoeken is het ook van belang dat er onderzoek gedaan wordt om de oorzaak van vleermuis sterfte rondom windturbines te onderzoeken. In het onderzoek van Nicholls & Racey (2007) wordt onderzocht of vleermuizen gevoelig zijn voor elektromagnetische velden. Het onderzoek heeft gebruik gemaakt van vier vliegveld air traffic control (ATC) radarstations, drie militaire ATC-radars and drie weerradars. Uit het onderzoek is gebleken dat in de verschillende testomgevingen blootgesteld aan elektromagnetische velden heeft geleid tot minder vleermuis activiteit. Het was voor dit onderzoek alleen niet duidelijk wat de precieze specificaties van individuele radars was het voor Nicholls & Racey (2007) moeilijk om definitieve verbanden te leggen tussen hun resultaten. Toekomstig onderzoek zou moeten bepalen of het gebruiken van mobiele radarsystemen een waarde speelt in het uitzoeken van vleermuis activiteit.

Het onderzoek van Moll et al. (2017) was gericht op het uitzoeken hoe radar technologie gebruikt kan worden om real-time waarnemingen te maken van vleermuis activiteit. In het onderzoek van Moll et al. (2017) is een Carollia perspicillata vleermuis gebruikt aangezien het een vleermuissoort is dat gefokt kan worden. Dat komt omdat het een soort is dat voornamelijk vruchten eet. Er is in dit onderzoek gebruik gemaakt van een FMCW-radarsysteem waarmee absolute afstandsberekeningen gemaakt kunnen worden. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat er met een radargram een hoeveelheid activiteit weergegeven kan worden met betrekking tot afstand.

In het onderzoek uit 2007 van Nicholls & Racey was er een veronderstelling dat vleermuizen mogelijk gevoelig zijn voor elektromagnetische velden. Tegelijkertijd stelt het onderzoek voor om vervolgonderzoek te doen met mobile radarsystemen zonder toe te lichten waarom. In het onderzoek is weinig bewijs geleverd naast het feit dat het gedrag van organismen verandert kan worden als organismen lang worden blootgesteld aan elektromagnetische velden. Het onderzoek laat ook niet weten hoeveel dagen er zijn uitgetrokken om de resultaten te verzamelen. Verder noemen ze het gebruik van een frequency division detector waarvan het niet bekend is hoe nauwkeurig de waarnemingen van verschillende vleermuissoorten zijn. Het onderzoek laat wel zien dat het mogelijk is om door middel van radarsystemen een beeld te krijgen hoeveel vleermuizen er op locatie rondvliegen.

Resultaten interview

Uit vraag 2 (volledige interviewtranscripten zijn opgenomen in Bijlage) heeft Anne aangegeven dat alle projectleiders hun planningen zelfstandig uitwerken, soms wordt er overlegd tussen projectleiders om details van uitwerkingen te bespreken onderling.

Uit vraag 3 heeft Anne de volgende stappen van uitwerking beschreven: QuickScan, Offerte maken, Inplannen, Politie op de hoogte stellen en het onderzoek uitvoeren op locatie.

Uit vraag 4 heeft Asha aangegeven dat het bedrijf voornamelijk met Excel bestanden heeft gewerkt. Tegenwoordig zijn ze actief bezig met een transitie om door middel van een IT-systeem de planning te maken dat gelinkt is met een soortgelijk Excel bestand als voorheen. Ook maken ze een losstaand Excel bestand voor de capaciteit berekening dat niet gelinkt staat met het IT-systeem.

Uit vraag 5 heeft Asha aangegeven dat er geen plannen waren om een IT-systeem te koppelen het verzamelen van waarneming data van waarnemers. De deelnemers van het interview gaan ervan uit dat er een menselijke acties voor vereist zijn. Naast het verzamelen en rangschikken van data horen er dus ook andere handelingen bij voor het bedrijf waar rekening mee gehouden kan worden. Het verzamelen en rangschikken van de data zou zeker aan een automatisch proces gekoppeld kunnen worden. Het verifiëren van correct aangeleverde data kan ook aan een automatisch proces gekoppeld kunnen worden. Als iedere waarnemer correct een zijn of haar waarneming data heeft ingeleverd dan kunnen de volgende werkzaamheden door de desbetreffende werknemer uitgevoerd kunnen worden. Daarentegen als waarnemers nog niet alle juiste data in hebben geleverd dan kunnen een automatisch proces gekoppeld kunnen worden om bijvoorbeeld via een e-mail herinnering te sturen als ze bijna te laat zijn met het aanleveren van data.

Alle andere acties die bij dit onderdeel horen voor het bedrijf kunnen voorlopig de wijze van het bedrijf uitgevoerd blijven worden.

Uit vraag 6 heeft Anne aangeven in antwoord 6A dat er potentie is om voor het onderdeel verzamelen van data alle elementen van uitwerking voor het bedrijf verzameld kunnen worden op één centrale plek als IT-oplossing.

Uit vraag 6 heeft Asha aangeven in antwoord 6B dat bij de mogelijkheid om data te verzamelen op een centraal punt het mogelijk zou maken om handmatig werk te vervangen met een geautomatiseerd proces wat tijd kan schelen in de werkzaamheden van projectleiders. Dit zou het werk efficiënter kunnen maken als GPX-bestanden automatisch samengevoegd kunnen worden per project door middel van een IT-oplossing. Ook ziet Asha er veel potentie in dat het opnieuw downloaden van bestanden niet meer nodig zou zijn. Dit zou opslag kunnen besparen voor projectleiders, en ook een herhaling van onoverzichtelijke acties waar snel fouten in gemaakt kunnen worden. Tijdsbesparing speelt hier een grote rol.

Uit vraag 7 heeft Anne voorbeelden gegeven van obstakels in antwoord 7A zoals: fysieke obstakels zoals een hek dat dicht is, kapotte batdetectors, Insecten die ultrasone opnames verstoren.

Uit vraag 7 heeft Asha voorbeelden gegeven van obstakels in antwoord 7B zoals: lege telefoons, opladen van telefoons niet mogelijk is omdat een usb port al gebruikt is, data noteren in apps kost veel tijd terwijl aandacht op waarnemingen ten koste gaat.

Uit vraag 8 heeft Anne aangegeven dat het volgen van vleermuizen niet altijd even belangrijk is, op basis van moment op het jaar is bijvoorbeeld belangrijker tijdens zomertijden, paartijden en kraamtijden. Verder is het altijd wel belangrijk tijden het in en uitvliegen.

Uit vraag 9 heeft Asha aangegeven dat het best lastig is om het te bepalen waar een vleermuis vandaan komt. Ze kunnen wel horen dat er een vleermuis aankomt maar dan weten ze niet gelijk waar die is. Wel kan er met een zaklamp geschenen worden alleen is het bekend dat vleermuizen dan afgeschrikt worden. Wel hebben de projectleiders beschikking tot warmte camera’s alleen vanwege het feit dat projectleiders en waarnemers al op zijn minst een batdetector in hun hand hebben, wordt het lastig om dan ook een warmtecamera te bedienen.

Uit vraag 10 heeft Anne aangegeven dat er aan de hand van geluidsopnames en frequenties weergegeven op een spectrogram bepaald kan worden om welke vleermuis het gaat. “Ook zijn er andere kenmerken zoals het de grootte van een vleermuis of een het ritme van tijd dat zich bevindt tussen de pulsen en de manier hoe de vleermuis vliegt.”

Uit vraag 11 heeft Asha aangegeven dat er door middel van vleermuis analyseprogramma’s de inter-pulse interval en maximale frequentie van vleermuizen opnames opgemeten wordt. Ook is het afhankelijk van een habitat en hoe de eigenschappen van vleermuisgeluiden kunnen verschillen en dat maakt het analyseren ingewikkeld.

Uit vraag 12 heeft Asha aangegeven dat automatic-ID functionaliteiten vaak te onnauwkeurig zijn om daar consistent gebruik van te maken en er vaak alsnog met suggesties handmatig onderzoek verricht moet worden.

 Uit vraag 13 heeft Anne aangegeven dat er wel potentie is om gebruik te maken van nieuwe vleermuis herkenning software in het geval dat de nauwkeurigheid 96% zou zijn en dat nauwkeuriger zijn dan hun huidige opties.

Uit vraag 14 heeft Asha aangegeven dat er alleen sommige in gevallen dat het onbekend en moeilijk te onderscheiden is om welke vleermuis soort het gaat, om gebruik te kunnen maken van analyseprogramma’s voor vleermuizen. Wel zou het de werkwijzen kunnen veranderen maar toch zou er handmatig nagekeken moeten worden of het wel echt klopt.

Uit vraag 15 heeft Asha aangegeven dat als er een exotische soort voorkomt dat het wel zeker een uur kan duren om een goede analyse te kunnen maken om welke soort het gaat.

Uit vraag 16 heeft Anne aangegeven dat in principe alle verzamelde data vertrouwelijk is en verder niet zelf naar buiten gebracht kan worden.

Uit vraag 17 heeft Asha aangegeven in antwoord 17A dat het verder belangrijk is om locaties te noteren en welke kant vleermuizen naartoe vliegen. Ook is het belangrijk om aan te geven wat voor type verblijf het is.

Uit vraag 17 heeft Anne aangegeven in antwoord 17B dat het vliegroutes belangrijk is om te vermelden hoeveel en op welke tijdstippen vleermuizen langs vliegen in het geval dat er een vliegroute geconstateerd wordt. Ook hoeveel vleermuizen binnen een bepaalde tijd worden gezien. Ook kan er hiervoor genoteerd worden hoeveel tijd ertussen zit.

Bespreking Resultaten Interview

Uit het interview zijn er ook mogelijkheden bekend geworden voor technologische ontwikkelingen. Uit de resultaten van het interview blijkt er een verband te zijn tussen handmatige handelingen, tijdsbesparing en efficiëntie. In het geval van het samenvoegen van GPX-bestanden blijkt er veel herhaalde handmatige acties ondernomen te worden. Gelukkig zijn GPX-bestanden niet moeilijk te bewerken. Het blijkt dat GPX-bestanden XML gebruiken als format en als programmeur is er zeker een mogelijkheid om XML-formaten te bewerken en om weer te verwerken in een nieuw bestand.

Ook heeft dit verband met het verwerken van onderzoek data van waarnemers binnen de bestaande werkwijze van het bedrijf zelf. Aangezien e-maildata eerst gevalideerd moet worden door een collega en in het geval dat de aangeleverde data compleet is wordt een vervolg aan stappen uitgevoerd. De data wordt opgeslagen, verwerkt onder het juiste project en ronde, allemaal handmatig uitgevoerd. Voor webapplicaties zijn er tegenwoordig technologische oplossingen waarmee er op een server automatisch e-mails op basis van titel en inhoud verwerkt kunnen worden. Aangezien het in de werkwijze van het bedrijf belangrijk is om bepaalde informatie te vermelden in de titels van e-mails kan er op basis hiervan een geautomatiseerd proces plaats vinden. Waarbij de data van e-mails in het werkproces van het bedrijf automatisch de inhoud verwerkt en opslaat op de server gerangschikt op de werkwijze van het bedrijf. Dit kan ook gelinkt worden aan een Excel bestand.

Ook blijken telefoons een belangrijke rol te spelen in het uitvoeren van vleermuis onderzoeken. Zo komt het wel eens voor bij het uitvoeren van werkzaamheden dat het noteren van data ervoor kan zorgen dat een waarnemer zijn aandacht moet besteden aan het noteren wat ervoor kan zorgen dat er andere waarnemingen gemist kunnen worden.

Het laatste voorbeeld van dit verband is dat het analyseren van audio opnames ook veel handelingen kost en tijd inneemt. Alhoewel dit niet vaak voorkomt, is het alsnog een mogelijkheid dat overwogen kan worden. Tenslotte als laatste belangrijke punt afkomstig uit de resultaten van het interview blijkt er uit de resultaten van het interview dat het uit ervaring lastig blijkt in de praktijk om een vleermuis soms lastig is om te bepalen waar een vleermuis vandaan komt. Hierbij is het van belang om een oplossing te bedenken waarbij een vleermuis geen last van zou hebben.

Conclusie

Uit dit literatuuronderzoek is het duidelijk geworden dat Evolutionaire Neurale Netwerken met verwerking van frequentie domein informatie de meest nauwkeurige voorspellingen kan maken op basis van echolocatie van vleermuizen. Het toepassen van Evolutionaire Neurale Netwerken zou in combinatie met andere software uitwerkingen zoals een webapplicaties of mobiele apps toegepast kunnen worden. Om de huidige werkwijze voor ecologen ondersteuning te bieden kan het helpen als het analyseren van echolocatie minder tijd kan kosten door middel van Evolutionaire Neurale Netwerken.

In een vervolgonderzoek zou onderzocht moeten worden of de nauwkeurigheid beter presteert dan automatic-ID functionaliteiten van alternatieve vleermuis analyse softwareproducten.

Daarnaast is het waarnemen van vleermuis activiteit mogelijk door middel van radarsystemen. Alleen is dit in de praktijk voor ecologische onderzoeken van vleermuizen niet wenselijk. Wel wordt het gebruik van radarsystemen voor grootschalige onderzoeken toegepast en kan het belangrijke inzichten bieden voor onderzoekers. Weerradar systemen zijn voornamelijk toegepast in het ontrafelen van het windturbineprobleem.

Uit het interview zijn er ook mogelijkheden bekend geworden voor technologische ontwikkelingen. Uit de resultaten van het interview blijkt er een verband te zijn tussen handmatige handelingen, tijdsbesparing en efficiëntie.

In alle gevallen besproken onder het kopje ‘bespreking resultaten interview’, zijn vijf mogelijkheden om die uitgewerkt kunnen worden in een webapplicatie. De uitwerking van de vijf besproken punten is niet alleen exclusief bestemd voor uitwerking van een webapplicatie, er kan ook een applicatie voor computers, laptops of telefoons uitgewerkt worden. Dit kan allemaal in feite op dezelfde server connectie maken en toch deel producten gerealiseerd. Wel is het van belang hierover nader onderzoek te doen wat precies de beste uitwerking zou kunnen zijn voor het hele systeem.

Hierbij zou het uitwerken van een automatisch proces waarbij e-mails verwerkt worden binnen het bedrijf en rol kunnen spelen. Hiermee kan er in een automatisch proces de data binnen de werkwijze van het bedrijf opgeslagen worden op de server zonder dat er menselijke handelingen nog verricht hoeven te worden.

Automatische opstellen van nieuwe GPX-bestanden kunnen uitgewerkt worden binnen deze applicatie(s) waarmee ook geen handmatige handelingen vereist hoeven worden om een nieuwe kaart te maken van GPX-bestanden.

Referenties

Hu, J., Huang, W., Su, Y., Liu, Y., & Xiao, P. (2020). BatNet++: A Robust Deep Learning-Based Predicting Models for Calls Recognition. 2020 5th International Conference on Smart Grid and Electrical Automation (ICSGEA), 260–263. https://doi.org/10.1109/ICSGEA51094.2020.00062

Nicholls, B., & Racey, P. A. (2007). Bats Avoid Radar Installations: Could Electromagnetic Fields Deter Bats from Colliding with Wind Turbines? PLoS ONE, 2(3), e297. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0000297

Mirzaei, G., Majid, M. W., Ross, J., Jamali, M. M., Gorsevski, P. V., Frizado, J. P., & Bingman, V. P. (2012). The BIO-acoustic feature extraction and classification of bat echolocation calls. 2012 IEEE International Conference on Electro/Information Technology, 1–4. https://doi.org/10.1109/EIT.2012.6220700

Moll, J., Malzer, M., Krozer, V., Pozdniakov, D., Salman, R., Beetz, M. J., & Kcossl, M. (2017). Activity monitoring of bats in a laboratory flight tunnel using a 24 GHz FMCW radar system. 2017 11th European Conference on Antennas and Propagation (EUCAP), 2535–2539. https://doi.org/10.23919/EuCAP.2017.7928199

Ruiz, A. T., Jung, K., Tschapka, M., Schwenker, F., & Palm, G. (2017). Automated Identification Method for Detection and Classification of Neotropical Bats. 8th International Conference of Pattern Recognition Systems (ICPRS 2017), 1 (6 .)-1 (6 .). https://doi.org/10.1049/cp.2017.0130

Bijlage – Semigestructureerd Interview

Opname start

We beginnen nu met de opname van ons interview over de werkzaamheden van Econsultancy, om een algemeen beeld te krijgen over de werkzaamheden van vleermuis onderzoeken. En om relevante technologische ontwikkelingen te bespreken samen met mijn deelnemers van dit interview.

Ik heb hier te gast Anne en Asha van Econsultancy. Allereerst bedankt dat jullie de tijd hebben kunnen vinden om deel te nemen aan dit interview.

Anne zou jij jezelf als eerste even kort willen voorstellen, wat precies jouw functie is binnen Econsultancy?

Anne: Ik ben Anne, Ik ben projectleider ecologie bij Econsultancy vestiging Rotterdam en daar doe ik onder andere ook vleermuis onderzoek.

Asha zou jij jezelf ook even kort willen voorstellen, wat precies jouw functie is binnen Econsultancy?

Asha: Mijn functie is hetzelfde als die Anne, ik heb wel een andere vooropleiding. Ik heb bos- en natuurbeheer in Wageningen gestudeerd. Ik ben ook benieuwd naar jouw achtergrond en wat je precies probeert te achterhalen in dit interview.

Carlo: Ik doe de studie Creative Media en Games Technology en voor mijn studie moest ik mijzelf verdiepen in een willekeurige sector. Hiervoor heb ik de milieusector en dus ook de ecologie sector gekozen. Het leek mij wel leuk aangezien ik toch technologische ontwikkelingen moest bedenken in een bepaalde sector. Vond ik het wel leuk om enigszins een paar oplossingen te bedenken en vandaar heb ik dus nu geprobeerd een literatuuronderzoek te starten en wat zijn technologische ontwikkelingen die zich nu spelen op dit moment. En hoe kan dat zichzelf vertalen naar nieuwe ontwikkelingen naar jullie werkveld. Dat is dan nu een korten omschrijving wat mijn doel is nu met dit interview. En om dus ook eigenlijk een beter beeld te krijgen binnen jullie werkzaamheden, kan ik dus dan misschien in ieder geval al wel een concept beter uitwerken van wat zijn jullie randvoorwaarden van veldonderzoeken bijvoorbeeld. In de hand van bijvoorbeeld een technologische oplossing zoals een website of een app. En daarover zijn heel veel aspecten niet echt bekend van jullie werkzaamheden en waarvan ik de belangrijke dingen van jullie kant van het verhaal wil ontdekken om een goed concept te bevatten die aan jullie eisen voldoen.

Verder kunnen we nu doorgaan met ons eerste onderdeel van ons interview, om een beter algemeen beeld te krijgen over de werkwijze van Econsultancy.

Jullie zijn een consultancy bedrijf op ecologisch gebied onder andere, jullie zijn ook actief in andere werkvelden. Alleen in dit interview gaan we het dus alleen hebben over de vleermuisonderzoeken aangezien ik daar mijn onderzoek naar heb gericht.

 Vraag 1: Welke specialisten hebben jullie nodig voor het organiseren, plannen en uitvoeren van ecologische onderzoeken van vleermuizen?

Antwoord 1: Anne: In principe doen wij dat allemaal zelf, dus de projectleiders ecologie. En dan het onderzoek zelf met behulp van flexwerkers. Verder zijn er voor vleermuis onderzoeken geen andere specialisten betrokken, bij ons niet per se.

Vraag 2: Jullie hebben dus wel bijvoorbeeld met natuurwet te maken en daar zijn jullie dan wel bekend mee, over de eisen van de natuurwetten en hoe jullie daarmee jullie projectplanning uitwerken?

Antwoord 2A: Anne: Ja, af en toe overleggen we daarover onderling wel over, aangezien het soms niet even duidelijk is en de eisen veranderen regelmatig. Maar in principe doen we alles zelfstandig.

Antwoord 2B: Asha: Je kan het in principe nog iets ruimer trekken. Ik weet niet of dit er heel erg toe doet. Maar binnen het bedrijf zijn natuurlijk verschillende specialisten nog die zorgen dat alles werkt tussen extern IT’er die ook zorgt dat wij in het systeem kunnen werken. Waar wij dan weer onze planningen kunnen maken. Dus ik weet niet of je daar ook informatie over wilt horen?

Carlo: Ja dat vind ik zeker interessant. Daar wou ik inderdaad ook vragen over stellen alleen denk ik dat ik principe al een goed beeld bij heb hoe dat werkt binnen jullie bedrijf. Alleen misschien is dat wel een goed punt voor vervolgonderzoek.

Vraag 3: Jullie hadden aangeven dat jullie als ecologen zelf verantwoordelijk zijn voor het plannen van vleermuisonderzoeken en dat doen jullie zelfstandig. Wat zijn bijvoorbeeld de stappen die voorkomen in het organiseren en plannen van jullie onderzoeken? Is daar een bepaalde methode of stappenplan voor?

Antwoord 3: Anne: We beginnen met de QuickScan, die doen we vaak ook zelf. Dan gaan we naar de locatie toe om te kijken welke potenties het gebied heeft waaronder voor vleermuizen. En dan kunnen we kijken of de locatie geschikt überhaupt geschikt is voor vleermuizen. En of bijvoorbeeld alle bomen, gebouwen en gevels geschikt zijn voor vleermuizen. Daaruit komt dan uiteindelijk een offerte voor een nader onderzoek. Tijdens de offerte gaan we al kijken, hoeveel waarnemers we nodig gaan hebben voor het onderzoek. Daarnaast is het ook zo, dat voor elke vleermuissoort het ook nog kan verschillen. Welke periodes binnen gewerkt kan worden welke periodes bezoeken kan afwijken, verschillend per vleermuissoort. Dat zoeken we allemaal al uit tijdens de offerte, en als daar een opdracht uit voorkomt dan gaan we het inplannen. Daar heeft een van onze ecologen tot nu toe centraal voor gezorgd, wie er op een onderzoek wordt ingedeeld. Dus daar worden daarna waarnemers bij gezocht en daar hebben we vaak meer mensen bij nodig dan dat we in dienst hebben. En voordat we aan een vleermuis onderzoek ronde beginnen, brengen we eerst de politie op de hoogte. Zodat ze weten dat we op een projectlocatie zijn. En dat is nodig aangezien sommige bewoners het verdacht vinden dat er laat op een avond mensen rondlopen met zaklampen. Dan weet de politie in ieder geval dat het om ecologen gaat en dan zou de politie de bewoners in ieder geval gerust kunnen stellen.

Vraag 4: Hebben jullie toevallig een systeem dat jullie gebruiken voor het plannen of doen jullie dat voornamelijk via de mail bijvoorbeeld?

Antwoord 4: Asha: Ja we zitten een tijdje in een overgang met een nieuw systeem. We gebruiken voornamelijk gebruik van ons Excel bestand waarin we zowel dus van de waarnemers als van de vaste werknemers kunnen zien wanneer ze beschikbaar zijn en wanneer niet. En vervolgens staan daar ook alle onderzoeken in, en die worden ingepland waarin je kan zien wie erop wordt ingepland, in de ochtend of in de avond, welke dag en soms specifiek welke tijden en natuurlijk naar welke soorten we onderzoek doen. Dat hebben we allemaal in een grote Excel bestand gezet en daar hebben we tijdje gebruik van gemaakt. Waar we nu naartoe gaan met het bedrijf en daar hebben we dus ook een externe IT’er voor. Dat maakt ook gebruik van een Excel bestand waarin we hetzelfde doen dat nu gelinkt wordt naar een programma waarin we allemaal werken voor onze werkzaamheden binnen het bedrijf. Onze toekomstige vleermuis planning wordt daarin uitgewerkt waarin onze werknemers op bepaalde onderzoeken worden ingepland. Verder wordt er daarmee ook rekening gehouden met de beschikbaarheid van werknemers in geval van verlof bijvoorbeeld. Ook wordt er in het systeem rekening gehouden met onze protocol regels met het plannen van onderzoeken. Dat er bijvoorbeeld voor een bepaalde vleermuissoort een bepaalde hoeveelheid onderzoeken moeten worden ingepland voor een avond of ochtend onderzoek, met tussenliggende periodes van twintig dagen bijvoorbeeld. Dus als er iets hierin fout gaat dan krijgen we een foutmelding in onze planning. Dat zijn we van plan om binnenkort te gebruiken als het helemaal goed werkt. Daarnaast hebben we onze capaciteitsplanning gemaakt als losse bestand waarin er voor onze waarnemers bekend is hoeveel dagen ze beschikbaar zijn voor een jaar waarmee we onze capaciteit berekenen. Vervolgens kunnen we onze projecten aan de hand daarvan ook vooraf inplannen op capaciteit en datum. Aan de hand daarvan kunnen we ook zien of onze capaciteit of planning al vol zit of niet. Oftewel, of we moeten mee waarnemers aannemen, of we moeten minder projecten aannemen anders wordt het te veel voor onze capaciteit. En dit plannen kost veel werk en tijd aangezien de capaciteitsplanning en projectplanning niet aan elkaar gelinkt zijn binnen ons programma.

Carlo: Dat klinkt wel als een heel uitgebreid systeem. Zelf had ik ook nagedacht over een soortgelijk systeem met planning functionaliteit, alleen had ik niet tot het niveau van detail zoals zojuist beschreven al uitgedacht. Mooi inzicht in iedere geval, ik merk wel dat in het systeem de hoeveelheid van waarnemers heel erg bepalend is hoeveel projecten jullie in kunnen plannen. Als er bijvoorbeeld geen waarnemers in jullie systeem bekend zijn dan kan ik begrijpen dat het niet mogelijk wordt om nieuwe of meerdere projecten in te kunnen plannen.

Asha: Ja onze capaciteit wordt dan echt veel lager inderdaad.

Carlo: Ja ik kan het wel begrijpen, zeker in een lopend traject zoals met jullie werk dat het natuurlijk wel fijn is als er een systeem is dat overzicht biedt als te weinig capaciteit is en dat jullie daarover inlicht en daar zie ik zeker het praktijk nut ervan in.

Vraag 5: Maar in dat systeem dat jullie zojuist hebben beschreven, daarin hebben jullie dan niet per se een verwerking of in ieder geval een centraal punt van data verzameling voor al de waarnemers bijvoorbeeld die dan de data doorsturen?

Antwoord 5: Asha: Nee dat komt niet automatisch in het systeem. Normaal gesproken wordt dat handmatig via een mail opgestuurd met alle desbetreffende data. Onze secretaresse zet dan alle verzamelde data dan wel in ons systeem bij onze desbetreffende projecten. Maar dat gaat niet allemaal automatisch daar zal wel een menselijke actie achter zitten.

Carlo: Ja precies, daar zal ergens wel een menselijke actie achter zitten. Dat gaat in ieder geval nog via de secretaresse dan. Ik had in ieder geval wel een concept over bedacht waarin alle data op een centraal punt zou worden verzameld in een vorm van een webapplicatie. Waarin ik nog niet perfect had uitgedacht over het uitwerken van een planning zoals jullie net hebben beschreven. Maar wel over het verzamelen van data, normaal gesproken gaat dat dus via de secretaresse en ik zie wel de praktijk nut daarvan in dat het via de secretaresse verwerkt wordt en dat het de eerste stap is binnen jullie werkwijze. Maar in ieder geval als je dan, in mijn visie dus dan een webapplicatie hebt waarop de waarnemers dan een account hebben. Waarmee ze een lijst hebben met een overzicht waarop ze de projectrondes kunnen zien waarop ze zijn ingepland. En als ze een projectronde hebben uitgewerkt samen met projectleiders en dat ze dan hun data kunnen uploaden naar het systeem. En dat er op die wijze dan ook een beter overzicht kan bieden voor bijvoorbeeld de secretaresse en dat er ook projectrondes op die wijze afgerond kunnen worden in het geval dat alle waarnemers hun data hebben opgeleverd.

Vraag 6: Wat is jullie mening daarover? Zien jullie daar nadelen of voordelen voor?

Antwoord 6A: Anne: Ja ik denk dat het interessant is om alles op een plek te hebben. Wat we nu wel doen is dat secretaresse uitbetalingen voor waarnemers regelt in het geval dat data is correct is ingeleverd. Dus daar zou dan wel met die samenhang een oplossing voor verzonnen moeten worden.

Carlo: In principe staat dat wel los van elkaar. Bijvoorbeeld in het geval dat een flexwerker zijn data zou opsturen dan zou de secretaresse dan een notificatie binnen kunnen krijgen dat er data is ingeleverd. Dan kan de secretaresse daarna op haar eigen wijze checken of het klopt en de uitbetalingen regelen via het uitbetalingssysteem.

Antwoord 6B:  Asha: Ik vind het wel een interessant voorstel aangezien het veel werk kost om eerst alles uit ons systeem te moeten downloaden om dan vervolgens kaartjes te maken waarmee we een overzicht kunnen krijgen van ons onderzoek. Onze waarnemers sturen de formulieren door met gegevens en samenvattingen van wat ze waargenomen hebben. Ook hoort hier de GPX bestanden bij waarin alle coördinaten met data worden doorgestuurd als punten op een map. En stel dat je een applicatie kan bouwen waarin direct al de GPX bestanden per project worden samengevoegd in een nieuwe bestand als kaart. Normaal gesproken zouden we dat allemaal handmatig moeten samenvoegen en dat kan wel veel tijd kosten aangezien we soms wel vijf rondes uitvoeren per project op soms dezelfde locaties. Het zou wel heel fijn als er op die manier heel snel even een overzicht als kaart gemaakt zou kunnen worden.

Antwoord 6C: Anne: Ja eigenlijk scheelt het wel heel erg met tijd die je met dataverwerking bezig bent. Omdat je eigenlijk in principe alles al bij elkaar hebt staan dus dat zou wel heel fijn zijn.

Carlo: Ja dat is inderdaad een goed punt, alleen heb ik in mijn literatuuronderzoek net een andere focus gehad maar mooi aandachtspunt om verder nog over na te denken. Verder had ik nog een ander concept bedacht voor een applicatie voor een telefoon waar best wat mogelijkheden voor zijn op basis van mijn onderzoek. Bijvoorbeeld als een flexwerker een vleermuis niet kan herkennen dat de app dan een suggestie kan bieden welke vleermuissoort het zou kunnen zijn. Of bijvoorbeeld dat er in samenwerking met andere opnames van flexwerkers en projectleiders een berekening wordt gemaakt waarmee het mogelijk wordt om een locatie van een vleermuis te achterhalen die opgenomen wordt. Dat dan vervolgens op een apart scherm onderdeel wordt weergegeven. Daar wou ik ook nog een paar vragen over stellen in dit interview.

We hadden het net over de stappen van het organiseren van vleermuis onderzoeken.

Mijn volgende vraag was:

Vraag 7: Welke obstakels kunnen er ontstaan bij het praktisch uitvoeren van een vleermuisonderzoek?

Antwoord 7A: Anne: Ik denk dat het weer wel het grootste obstakel kan vormen voor onze onderzoeken. Verder zijn er kleine dingen die verkeerd kunnen gaan zoals een hek dat dicht kan zijn waardoor we niet op een locatie kunnen. Of bijvoorbeeld een batdetector die kapot kan gaan tijdens een onderzoek, daarom hebben we ook altijd een extra batdetector bij ons voor het geval dat. Verder zijn er verschillende insecten zoals krekels die te veel geluiden kunnen maken waardoor de geluiden van vleermuizen soms niet hoorbaar zijn.

Antwoord 7B: Asha: Een telefoon kan ook een obstakel vormen aangezien die stuk kan gaan en ook leeg kan gaan. Sommige onderzoeken duren best wel lang en aangezien een batdetector de stroomvoorziening gebruikt van een telefoon gaat een telefoon daarom dus snel leeg. Ook maakt een batdetector gebruik van de usb dus dat betekent dat je je telefoon niet tegelijk kan opladen tijdens het werk. Terwijl we onze waarnemingen noteren in onze app, dat kost al een beetje tijd. Missen we wel eens dingen die om ons heen gebeuren terwijl er wel veel focus vereist wordt op sommige momenten en dan is het wisselen van apps niet optimaal. Ook is het noteren van data in de app heel tijdsintensief.

Vraag 8: Is het uitzoeken van locatie van vleermuizen tijdens onderzoeken belangrijk? En waarom?

Antwoord 8: Anne: Dat verschilt wel een beetje per moment. Tijdens paar onderzoeken is het wel belangrijk om bij te houden waar ze vliegen. Omdat ze dan heel de avond in en uit zouden kunnen vliegen. Of dat ze gebouw gebonden gedrag laten zien. Verder is het bij de uitvlieg moment om te zien waar ze vandaan komen dat geldt ook voor de invlieg moment. En tijdens de zomer en kraam tijden is het voor foeragerende vleermuizen minder belangrijk waar ze exact vliegen. Maar het is wel mooi meegenomen als je weet waar die vliegt. Het is vooral ook belangrijk bij paaronderzoeken, dat je weet waar een vleermuis vliegt. 

Vraag 9: Vinden jullie het vaak voorkomend dat vleermuizen lastig te zien is tijdens de onderzoeken?

Antwoord 9: Asha: Ja het is best lastig om het te bepalen waar een vleermuis vandaan komt aangezien we ze wel kunnen horen maar niet gelijk perfect weten waar ze vandaan komen. Wel kunnen we proberen de batdetector naar een bepaalde richting wijzen aangezien waardoor je beter kan bepalen welke richting de vleermuis op vliegt. Wat Anne zegt als vleermuizen aan het aan het foerageren zijn is het niet superbelangrijk maar soms is het wel lastig en dan wil je wel heel graag waarnemen waar die is. Je kan wel met een zaklamp schijnen op een vleermuis alleen dat schrikt ze af en dat geeft een dilemma dat we ze niet kunnen zien maar ook niet af willens schrikken. Overigens hebben we ook warmte camera’s die we wel toepassen in onze onderzoeken alleen daar hebben we niet genoeg van voor iedereen. En aangezien we onze handen al vol hebben met onze telefoon en batdetector is het niet heel praktisch om dan ook een warmte camera te bedienen.

Vraag 10: Hoe komen jullie tijdens een onderzoek tot het identificeren van een bepaalde vleermuis soorten?

Antwoord 10: Anne: Het geluid dat is per vleermuis in principe anders. De geluiden kunnen in principe best dicht bij elkaar liggen. Daarnaast kunnen we ook naar een spectrogram kijken. We kijken dan naar de frequentie waarop een frequentie zich dan bevindt en dat kan er heel anders uit zien in vergelijking met verschillende soorten. Ook zijn er andere kenmerken zoals het de grootte van een vleermuis of een het ritme van tijd dat zich bevindt tussen de pulsen en de manier hoe de vleermuis vliegt.

Vraag 11: In het geval dat jullie bijvoorbeeld een Myotis soort niet kunnen identificeren.

Hoe maken jullie dan gebruik van speciale analyse applicaties om te onderzoeken welke vleermuis het is?

Antwoord 11: Asha: Als er inderdaad vleermuis is die wie niet kunnen identificeren dan nemen we een opname daarvan en die analyseren we dan met een programma zoals Raven Light. Dat zijn programma’s waarmee je goed die spectrogrammen kan bekijken. Dan kan je heel duidelijk de interpulse afstanden en de maximale frequentie bijvoorbeeld opmeten. Daarmee kunnen we goed zien wat de eigenschappen zijn van de pulsen zodat we kunnen bepalen welke vleermuis soort het is. Verder hebben we ook software dat een automatische identificatie maakt op basis van een fragment van een opname. Alleen dat blijkt niet altijd even betrouwbaar te zijn. Ook is het afhankelijk van omstandigheden binnen een habitat hoe de eigenschappen van vleermuisgeluiden kunnen verschillen en dat maakt het analyseren ingewikkeld.

Vraag 12: Verder had je aangegeven dat Automatic ID vaak niet nauwkeurig is komt dat vaak voor?

Komt het dan nog wel voor dat het een goede suggestie geeft?

Antwoord 12: Asha: Ja alleen gaat het vaak genoeg wel fout en aangezien het niet nauwkeurig is moeten we vaak toch handmatig zelf uitzoeken om welke vleermuis soort het gaat.

Ik denk dat aangezien de tijd beter door kunnen gaan naar het volgende onderdeel van het interview. Aangezien we anders langer dan gepland bezig zijn met het interview. Nu gaan door naar ons laatste onderdeel van het interview, het bespreken van relevante technologische ontwikkelingen in het kader van vleermuis onderzoeken.

Zijn jullie bekend met het windmolens/windturbines probleem wat betreft vleermuizen en vogelsoorten?

Asha: Nee daar zijn wij met onze afdeling niet mee betrokken wel andere afdelingen van ons bedrijf.

In onderzoeken uit het buitenland gefocust op windmolens/windturbines hebben onderzoekers gebruik gemaakt van radar technologie om vleermuizen te kunnen volgen. Onderzoekers in onderzoeken gebruik gemaakt van Weer radarbeelden van satellieten of door middel van mobiele radarinstallaties mee te nemen naar onderzoek locaties. Hebben jullie al eens eerder met jullie bedrijf de mogelijkheid besproken om radar technologieën toe te passen in jullie onderzoeken?

Anne: Nee dat hebben we nog niet besproken.

Vraag 13: Als een algoritme met een 96% nauwkeurigheid een onbekende vleermuissoort zou kunnen herkennen, wat voor voordelen of nadelen zou dat jullie bieden?

Antwoord 13: Anne: Ja ik denk dat 96% nauwkeurigheid in ieder geval een stuk nauwkeuriger is dan andere optie die wij hebben, dus dat zou mooi zijn op zich.

Vraag 14: Brengt zo’n algoritme een verandering in jullie werkwijze?

Antwoord 14: Asha: Wel in de werkwijze van het analyseren van de vleermuis geluiden in sommige gevallen. Niet in de werkwijze aangezien het niet zo vaak voorkomt dat we een vleermuis kunnen herkennen. Als een algoritme nauwkeurig en betrouwbaar is dan is het alsnog nodig om er even naar te kijken of de resultaten wel kloppen.

Vraag 15: Neemt het veel tijd in beslag het analyseren van onbekende vleermuizen?

Antwoord 15: Asha: Wel als je met een exotische soort te maken hebt. Sommige soorten kunnen heel erg lijken op andere soorten en dan moeten de pulsen vergeleken worden op basis van de kenmerken. Dat kan wel een uur duren per opname alhoewel dit niet vaak voorkomt.

En dan wil ik weer even teruggaan naar het stellen van een algemene vraag aangezien we alle vragen van het tweede onderdeel al besproken hebben.

Vraag 16: Zijn er onderdelen in jullie onderzoeken die vertrouwd bewaard moeten worden, om wat voor voorbeelden van data zouden dat zijn binnen jullie werkwijze?

Antwoord 16: Anne: In principe is alle data die we krijgen voor de opdrachtgever. Dus dat maakt in principe alles vertrouwelijk en dat kunnen we niet zelf naar buiten brengen.

Vraag 17: Welke andere factoren zijn in jullie onderzoeken van vleermuizen ook belangrijk maar minder bepalend naast de aantallen van vleermuizen of het gedrag van vleermuizen?

Antwoord 17A: Asha: Volgens mij heb je ze allemaal al genoemd. Verder zijn de locaties ook belangrijk of waar ze naartoe vliegen. Ook is het belangrijk om te noteren om wat voor soort territorium het gaat zoals een paar territorium of een nest locatie.

Antwoord 17B: Anne: Voor vliegroutes is het ook belangrijk om te noteren hoeveel vleermuizen er zijn langsgekomen binnen een bepaalde tijd of hoeveel tijd er zat tussen het langs vliegen van een vleermuis. De tijdstippen kunnen ook belangrijk zijn om te noteren wanneer ze zijn waargenomen.

Dat was voor mij dan de hele vragenlijst en dan kan het interview bij deze afgerond worden. Nogmaals heel erg bedankt voor jullie deelname daaraan.

Writers Block versie 2

 Omschrijving

Je kunt je teksten opstellen in foutloos Nederlands en/of Engels. Je bent in staat de juiste boodschap over te brengen. Je kunt je schrijven aanpassen aan het medium en het doel/de doelgroep waar je voor schrijft. Je creëert overzicht door relevante informatie te bundelen.

 Uitdagingen

  • Je teksten bevatten geen taal- of typefouten;
  • Je formuleert zodanig dat de boodschap aankomt zoals je deze hebt bedoeld;
  • Je teksten zijn zodanig afgestemd op de doelgroep dat deze zich aangesproken voelt;
  • Je teksten zijn zodanig voorzien van verbandaanduiders, kopjes en witregels dat een duidelijke structuur ontstaat;
  • Je gebruikt in je teksten de juiste structuren en terminologie zodat ze voldoen aan de eisen van het specifieke document.

Onderbouwing

Gedurende mijn tijd op de hogeschool Rotterdam heb ik mijzelf kunnen ontwikkelen in de competenties van mijn studie. Daarbij heb ik ook veel documenten op moeten stellen en daarnaast ook veel blogs bijgehouden.  Dit heeft mij geholpen bij het schrijven van teksten zonder taal- en typfouten.

Door veel te oefenen ben ik in verloop van tijd frequente taalfouten van mijzelf op gaan merken. Ook heb ik opgemerkt hoe ik sommige zinnen voorheen met een verkeerde zinsstructuur opbouwde. Zo ben ik in verloop van tijd steeds kritischer geworden op de manier hoe ik mijn zinnen structureer en spel.

Tegelijkertijd ben ik op gegeven moment op gaan letten wanneer ik nieuwe ingewikkelde woorden tegen kwam in boeken, artikelen of in het nieuws. Dan zoek ik op wat de woorden betekenen en zo ben ik af en toe bezig met het verbeteren van mijn woordenschat.

Soms doe ik dit met woorden die ik eigenlijk vaker in het dagelijkse leven gebruik. Dan dacht ik dat ik wist wat daar de betekenis van was. Dan valideer ik of de betekenis die ik in mijn gedachte had klopt met de daadwerkelijke betekenis. Zo zorg ik er ook voor dat ik in de toekomst mijn woorden in de juiste context plaats.

Door de lessen Nederlands van de middelbare school heb ik geleerd hoe signaalwoorden in teksten een verband leggen tussen alinea’s. Daarom maak ik soms gebruik van witregels. Omdat je een verhaal deelt in stukken om zo structuur in je verhaal te verwerken. Dan kan het zo zijn dat ik ervoor kies om er een ander kopje onder te zetten.

Tenslotte hebben we op de hogeschool met het vak ontwerpen geleerd hoe we een doelgroep selecteren voor ons onderwerp. Als we eenmaal de doelgroep in kaart hebben gebracht wordt het makkelijker om een tekst of boodschap te formuleren die bedoeld is voor de doelgroep.

Bewijsmateriaal

Voor deze building-block heb ik een website gemaakt voor het project van ‘Specialize Me 2 – Ontwerpende richting’.

https://stud.hosted.hr.nl/0917863/Flightbuds/

De website is bedoeld als een promotiepagina van het product en van het team dat aan het product heeft gewerkt.

Met de website laat ik zien dat ik in staat ben om teksten te schrijven zonder taalfouten. De teksten zijn voorzien van verbandaanduiders bij het begin van iedere alinea en soms ook tussen alinea’s in. Kopjes, witregels, vetgedrukte woorden en cursieve teksten zijn strategisch ingezet om leesbaarheid van de teksten makkelijker te maken en het doel van de tekst te kunnen bereiken.

De doelgroep voor de website betreft een groep mensen die geïnteresseerd is in nieuwe technologische ontwikkelen en bereid is om daarvoor geld uit te geven om hun levenskwaliteit te verbeteren. Dit betekent dat bijvoorbeeld ouderen die niet overweg kunnen met technologie ook niet behoren tot de doelgroep. In de huidige samenleving (met uitzondering van de coronacrisis) schat ik de doelgroep in de leeftijdschaal van ongeveer vijf jaar tot 70 jaar. Tegelijkertijd is de doelgroep van alle sociale achtergronden.

Door de doelgroep en het doel van de website in gedachte te houden, heb ik een tekst geschreven die de doelgroep zo goed mogelijk aanspreekt. 
Ik heb in de openingszin van de website gekozen voor een slogan die de lezer enthousiast maakt, over hetgeen wat hem of haar beloofd wordt. Door gelijk met een ‘call to action’ te volgen zorg ik ervoor dat de lezer meteen geleid wordt naar het product waar zij zo enthousiast over zijn geworden.
Hier wordt er kort samengevat wat het product precies is. Welke kwaliteiten het product bevat, zodat de lezer snel een vergelijking kan maken met andere producten op de markt. Vervolgens zou de lezer geïnteresseerd kunnen zijn hoe het product gebruik maakt van die kwaliteiten en dan kan de gebruiker verder lezen hoe dat precies zit.

Na al die informatie verwacht ik dat de gebruiker geïnteresseerd kan zijn in het team dat het product heeft gebouwd. En zo heb ik dit ook als een kans gezien om het team, de werkwijze en de werkomgeving van een promotietekst te voorzien. En dit is de logische structuur van de website die ik de website heb gegeven om dit doel te bereiken.

Tenslotte kan ik toevoegen dat ik de tekst van de website bij de onderdelen: het product en de technieken van het product, heb voorzien van teksten zonder persoonlijke voornaamworden die verwijzen naar de klant. Zo heb ik ervoor gezorgd dat de teksten professioneel overkomen en ook niet onbeleefd.

Writers Block

Omschrijving

Je kunt je teksten opstellen in foutloos Nederlands en/of Engels. Je bent in staat de juiste boodschap over te brengen. Je kunt je schrijven aanpassen aan het medium en het doel/de doelgroep waar je voor schrijft. Je creëert overzicht door relevante informatie te bundelen.

 Uitdagingen

  • Je teksten bevatten geen taal- of typefouten;
  • Je formuleert zodanig dat de boodschap aankomt zoals je deze hebt bedoeld;
  • Je teksten zijn zodanig afgestemd op de doelgroep dat deze zich aangesproken voelt;
  • Je teksten zijn zodanig voorzien van verbandaanduiders, kopjes en witregels dat een duidelijke structuur ontstaat;
  • Je gebruikt in je teksten de juiste structuren en terminologie zodat ze voldoen aan de eisen van het specifieke document.

Onderbouwing

Gedurende mijn tijd op de hogeschool Rotterdam heb ik mijzelf kunnen ontwikkelen in de competenties van mij studie. Daarbij heb ik ook veel documenten op moeten stellen en daarnaast ook veel blogs bijgehouden.  Dit heeft mij geholpen bij het schrijven van teksten zonder taal- en typfouten.

Door het velen oefenen ben ik in verloop van tijd frequente taalfouten van mijzelf op gaan merken. Ook heb ik opgemerkt hoe ik sommige zinnen voorheen een verkeerde zinsstructuur gaf. Zo ben ik in verloop van tijd steeds kritischer geworden op de manier hoe ik mijn zinnen structureer en spel.

Daarom ben ik op gegeven moment op gaan letten wanneer ik nieuwe ingewikkelde woorden tegen kwam in boeken, artikelen  of in het nieuws. Dan zoek ik op wat het betekent en zo ben ik van tijd tot tijd bezig met het vorderen van mijn taalkennis.

Soms doe ik dit met woorden die ik eigenlijk vaker in het dagelijkse leven gebruik. Dan dacht ik dat ik wist wat daar de betekenis van was. Dan valideer ik of de betekenis die ik in mijn gedachte had klopt met de daadwerkelijke betekenis. Zo zorg ik er ook voor dat ik in de toekomst mijn woorden in de juiste context plaats.

Door de lessen Nederlands van de middelbare school heb ik geleerd hoe signaalwoorden in teksten een verband leggen tussen alinea’s. Daarom maak ik soms gebruik van witregels. Omdat je een verhaal deelt in stukken om zo structuur in je verhaal te verwerken. Dan kan het zo zijn dat ik ervoor kies om er een ander kopje onder te zetten.

Tenslotte hebben we geleerd door het van ontwerpen binnen de hogeschool hoe we een doelgroep selecteren voor ons onderwerp. Als we eenmaal de doelgroep in kaart hebben gebracht wordt het makkelijker om een tekst of boodschap te formuleren die bedoeld is voor de doelgroep.

 

Bewijs Materiaal

 

In het’ Specialize Me’ verslag van de ‘Betrokken Technoloog’ richting, moest het weinig tot geen spelfouten bevatten voor een beoordeling. Daarom heb ik het toegevoegd aan de

Specialize Me Herkansing Eindverslag

 

Voor de ‘Ontwerpende Technoloog’ richting hebben mijn team en ik een product website opgeleverd, met boodschappen bedoeld voor de doelgroep en potentiële gebruiker.

Flight Buddy

 

Technische Keuzes Voor De Infra Rood Lamp

De led-lamp wordt een schakeling die bestaat uit meerdere seriële takken die onderling parallel geschakeld zijn.  Er komen zes takken met daarin drie LEDs en een voor-weerstand. Omdat een LED geen interne weerstand heeft, moet de stroom door de voor-weerstand beperkt worden, anders branden de LEDs door.

In de datasheet van de LED (https://drive.google.com/open?id=0B5eQgeQFwJnKODd1dVNZeEVGRk0) staat dat de voorwaartse spanning (Uf) van dit type LED 1,3 volt is. Elke LED heeft dus 1,3V nodig om stroom door te laten en daardoor te gaan branden. We weten vanuit de natuurkunde dat de spanning in een serie schakeling wordt verdeeld over de aanwezige componenten, dus we verdelen per tak de spanning over de voor-weerstand en een N aantal LEDS. Hiermee kun je dus stellen dat de bronspanning (Us) – N * Uf >= 0 moet zijn. Wanneer dit niet het geval is, treedt er een zogeheten reverse voltage op, waarbij de stroom de andere kant op loopt en de LEDS en mogelijk andere componenten beschadigd. Voldoende spanning is dus van belang.

Elke serie tak heeft ook een eigen weerstand nodig. Elke LED heeft een kleine afwijking in de voorwaartse spanning, waardoor ze zich onderling net iets anders gedragen. Stel je zet drie LEDs na een weerstand parallel aan elkaar, dan zal de stroom sneller door de ene lopen dan door de andere, waardoor die heter wordt en als eerste doorbrandt en de andere niet oplichten. Daarom heeft dus elke tak een eigen weerstand, zodat overal evenveel stroom loopt.

Volgens de datasheet van de LEDs kan er maximaal 50mA doorheen lopen voordat de LED doorbrandt. De overige gegevens uit de sheet zijn gebaseerd op 20mA. Met de grafieken onderaan de datasheet kan de relatie tussen de stroom, spanning, temperatuur en lichtintensiteit uitgelezen worden. Ik heb hieruit opgemaakt dat het veilig is om de LED op 30mA te laten branden, omdat dit voldoende marge geeft met de limiet van 50. Bovendien geeft de grafiek aan dat er verhoging van 20 naar 30mA een vergroting van 150% in de lichtintensiteit geeft, dit is dus makkelijke winst.

Per tak staan er drie leds in serie. Hier is voor gekozen, omdat deze tak op deze manier op de Arduino aangesloten kan worden. De Arduino levert namelijk 5V. De voorwaartse spanning van de LED is 1,3V. dus 5 – 1,3N >= 0 geeft N <= 3. Oftewel, 3 LEDs is het maximale wat een tak kan dragen, de overige 1,1V wordt met een weerstand opgenomen. Bijkomend voordeel en risico-overweging is dat, net als bij kerstverlichting, elke LED moet branden om een serie tak werkend te houden. Dus als er heel veel in serie staan en er gaat er een kapot, is je hele tak kapot. Door dit te scheiden, blijft het merendeel overeind.

We willen dat er 30mA door de LED stroomt. In een serieschakeling blijft de stroom gelijk, dus door de drie LEDs loopt dezelfde 30mA. Dus per parallelle tak loopt er 30mA. De Arduino kan op de 5V-pin maximaal 200mA leveren zonder veiligheidsrisico’s. Als je hier overheen gaat, loop je kans een interne zekering door te branden. Wij willen zes à zeven takken plaatsen. Dit gebruikt dus alle beschikbare stroom en zit al op of over de grens. Omdat dit niet veilig is, hebben we ervoor gekozen om een 9-volts-batterij als externe stroombron te gebruiken. Deze levert zoveel stroom als dat de schakeling vraagt, met een maximum van de capaciteit van de batterij (rond de 500mAh). Hier kan de schakeling enkele uren op branden.

De weerstand voor een 9V stroombron komt per tak uit op 169 Ohm, we hebben gekozen voor 180 Ohm omdat dit het dichts in de buurt komt. Als we per tak namelijk 9 Volt leveren, en 3 LEDs hebben, dan blijft er per tak (9 – 3 * 1,31) = 5,07V over. Deel dit door de stroom (3mA) en dan kom je op 169 Ohm.

Design Challenge

What is the problem you’re trying to solve?

The problems we are trying to solve are:

The security in the airports

The annoyance of flight delays

The overall user experience in the airports

 

1) Take a stab at framing it as a design question.

  • How do we improve the user experience of the airport and  at the same time how do we guarantee and improve the security?

 

2) Now state the ultimate impact you’re trying to have.

  • We want to improve the overall user experience where the user should not have nothing to worry in the processes of the airport.

 

3) What are some possible solutions to your problem?                                         Think broadly. It’s fine to start a project with a hunch or two, but make sure you allow for surprising outcomes.

  • AI Robot
  • Autonomous Car/Pod in the Airport
  • Public personal Air Vehicle
  • Customs Scan Hall (An active customs security system instead of reactive)

 

4) Finally, write down some of the context and constraints that you’re facing. They could be geographic, technological, time-based, or have to do with the population you’re trying to reach.

  • High wattage Capacitors (High Power Batteries, in the future there will be glass batteries and Biological Batteries)
  • AI (on the human or lower level)
  • Electric Jets (we don’t have them feeding on electricity and not on fossil fuels)
  • Perfect Scans (That see everything through everything and that are safe)

 

5) Does your original question need a tweak? Try it again.

We might have focussed on to many aspects that might have made it to broad.

Concept Video TLE Ontwerpen

In het begin van de tweede semester kregen wij als team de opdracht om een concept video te maken.

Als eerste moesten we dus onderzoek doen over ons onderwerp het vliegveld. Ons concept moest een oplossing bevatten om het vliegveld gebruiksvriendelijker te maken.

Daarna hadden we als team ervoor gekozen om individueel concepten te verzinnen en uit te schrijven. Dit gaf ons gelukkig drie verschillende concepten die we konden combineren in één concept.

Nadat we ons concept hadden vastgesteld was het tijd om een scenario’s te bedenken. We hadden als team een extra werk gelegenheid gepland.  Dit is het resultaat van de werkdag:

 

We hadden ervoor gekozen om de video 2d uit te werken. Door middel van gepaste achtergronden met overlay objecten en onze green screen beelden van ons. De achtergronden en objecten werden verzorgd door mij in photoshop.

Dit is ons volledige film: