Het effect op pesticiden op andere dieren

Het effect van pesticiden op andere dieren

Het overgrote gedeelte van de Nederlandse landbouwgrond wordt besproeid met pesticiden. 85% tot 95% van deze actieve stof lekt uit het milieu in. Er ligt dus bij wijze van spreken “een deken van gif” over onze landbouwgrond.
Deze giffen hebben negatieve effecten op verschillende dieren:
Allereerst de bijen. Onderzoekers hebben 18 bijen kolonies in verschillende gebieden gevolgd, zij hebben 12 van deze kolonies blootgesteld aan realistische hoeveelheden pesticiden. Aan het eind van het jaar waren 6 van deze 12 kolonies verdwenen.
Vogels hebben ook last van de pesticiden. Deze stoffen tasten het richtingsgevoel en het evenwichtsgevoel van de vogels aan waardoor zij meer moeite hebben bij bijvoorbeeld migraties. Bovendien is er in verschillende gebieden het grondwater gemeten. Bij gebieden waar 20 nanogram imidaclopride (een veelgebruikt bestrijdingsmiddel) per liter in het grondwater werd gevonden zag men een daling van 3,5% per jaar in de vogelpopulatie. Ook is er simpelweg veel minder voedsel voor vogels doordat veel van de insecten worden uitgeroeid.
Ten slotte is er uit een onderzoek gebleken dat zelfs de mens deze giffen binnen krijgt. Neonicotinoïde, de meest gebruikte soort bestrijdingsmiddelen, lijkt qua chemische structuur erg op nicotine. Uit dit onderzoek bleek dat de mens gemiddeld 1,5mg van deze giftige stof binnenkrijgt, dit terwijl er maar ongeveer 1mg in een sigaret zit.

 

pesticiden_15992480_00336e43dd916fe960cb3c6fdc060e61278ca3be

Nieuw licht op de natuur

Klik op de afbeelding om de grote versie te zien.

Nieuw licht op de natuur werpen

Het is, volgens onderzoekers van de organisatie Licht op Natuur (http://www.lichtopnatuur.org) i.s.m onderzoekers van het Nederlands Instituut voor ecologie en de Universiteit Wageningen, van groot belang om nieuw licht op de natuur te werpen. Dit bedoelen zij in de meest letterlijke zin; het huidige kunstlicht afkomstig van onze maatschappij maakt inbreuk op het ritme en gedrag van de natuur.

Door middel van een onderzoeksopstelling, hier beschreven, is er over meerdere jaren een verband tussen verschillende kleuren licht en het gedrag van omwonenden planten en dieren gelegd. Het ritme van dag en nacht vormt voor elk organisme het belangrijkste middel om activiteiten te plannen, tijd te meten en te oriënteren. Dit komt het beste naar voren in dit artikel (http://www.cabinetmagazine.org/issues/30/foer.php)

Koolmezen zijn door de aanwezigheid van kunstlicht eerder begonnen met broeden, en raken door fel-verlichte torens en wolkenkrabbers gedesoriënteerd in hun trek. Het gevolg hiervan is grote vogelsterfte rondom deze locaties. (Bron: http://www.platformlichthinder.nl/thema/ecologie/)

Ook maakt het kunstlicht inbreuk op de verhoudingen in de voedselketen; insecten worden aangetrokken door wit licht, en trekken hierdoor op hun beurt vleermuizen aan. De aanwezigheid van vleermuizen verjaagt dieren zoals konijnen en padden, die een prooi zijn in de verlichting. De plaatsing van een of meerdere lantaarnpalen kan dus leiden tot het verstoren van de verhoudingen tussen dieren op die locatie.(Bron: http://www.kennislink.nl/publicaties/licht-op-natuur)

De onderzoekers van Licht op Natuur hebben aangetoond dat de golflengte (en dus de kleur) van het licht van invloed is op de bovengenoemde gevolgen. Zo worden padden aangetrokken tot wit en groen licht, maar negeren zij rood licht. Muizen blijken kleine golflengtes minder goed te kunnen zien, hieronder vallen violet, blauw en groen. Het belang hiervan is dat we met deze informatie een oplossing kunnen bedenken die de inbreuk van kunstlicht op de natuur minimaliseert. Het begrip ‘natuur’ slaat in dit geval op planten en dieren die in kunstmatig verlichte gebieden leven.

Het maatschappelijk belang wordt des te meer duidelijk in het artikel van de Gezondheidsraad (https://www.gezondheidsraad.nl/nl/taak-werkwijze/werkterrein/gezonde-leefomgeving/hinder-van-nachtelijk-kunstlicht-voor-mens-en-natuur), gebaseerd op deze publicatie (https://www.gezondheidsraad.nl/sites/default/files/0025n.pdf), waarin duidelijk wordt gemaakt dat kunstlicht, afkomstig van o.a. lantaarns, lampen, verkeer en kassen, een negatieve invloed heeft op zaken zoals populatiedichtheid, biologisch ritme, en de alertheid en fitheid van dieren.

Al deze zaken meegenomen lijkt het ons duidelijk dat we hier wel degelijk te maken hebben met een maatschappelijk probleem naar de natuur toe. We voelen ons betrokken tot het probleem, te meer omdat ik zelf ook geregeld ervaar wat voor een verschil ‘echte’ duisternis kan maken op mijn slaap en fitheid. Met dat gevoel verplaatsen wij ons in de dieren.