Kwaliteit:

Je kent een aantal goede speeches of pitches, zodanig dat je ze kunt benoemen en kunt verwoorden waarom deze speeches jou aanspreken en waarom je ze goed vindt.

De eerste speech die ik heb gezien is van Jamie Oliver bij een TedTalk over kinderen en hun eetpatroon. Hij komt over als een natuurlijke spreker, hij loopt in het rond tijdens het praten zodat het wat vloeiender lijkt te gaan en spreekt het publiek ook duidelijk aan. Hij neemt zelf ook bewijsmateriaal mee om zijn publiek te overtuigen van zijn standpunt (zie bijvoorbeeld 2:06 van het filmpje). Hij maakt tussendoor ook grapjes om het publiek ermee alert te houden en dat het dus ook amuserend wordt voor het publiek, wat ook weer helpt bij het overtuigen van de mensen (zie bijvoorbeeld 1:54-2:03 en 2:43-2:55 van het filmpje). Deze aspecten van een speech zorgen ervoor dat de kwaliteit van een speech echt goed wordt en dat mensen ook je speech/pitch gaan onthouden.

De tweede speech die ik heb gezien gaat over een nieuwe behandelmethode voor depressie en PTSS. De spreker begint haar speech met een choquerend feit, dat de eerste antidepressiva van raket benzine gemaakt werden, zo trekt ze gelijk het publiek aan. Verder in haar speech laat ze m.b.v. een grafiek zien wat haar nieuwe behandelmethode voor effect heeft vergeleken de al bestaande methoden (zie 2:43-2:56). Het publiek kan dus zien dat haar methode echt beter werkt dan de andere methodes omdat ze bewijs heeft. Ze eindigt haar speech met een probleemstelling en wijst het publiek er ook op dat de samenleving een grote rol speelt in de ontwikkeling van deze nieuwe behandelmethodes. Zo probeert de spreker het publiek actief te krijgen na haar speech.

Goede voorbeelden:

Je hebt je dusdanig voorbereid op je pitch, dat je speeches hebt bekeken van mensen uit het vakgebied en bronnen hebt bestudeerd over de pitch als marketinginstrument, zodat je weet wat de bestanddelen en eisen zijn voor een goede pitch.

Voorbeeld 1:

Als eerste voorbeeld heb ik de Ted Talk van videogame producer David Cage gekozen. Hij vertelt in zijn speech dat het zelf bepalen van het verhaal in een spel een bijzondere ervaring met zich meebrengt. Het bijzondere aan deze Ted Talk is dat hij iemand uit het publiek zijn opkomende spel echt laat spelen, en het publiek mee mag beslissen in de keuzes in het spel (toevallig heb ik dit spel ook zelf). Hij wilt met deze korte spelervaring laten zien wat het bijzondere is aan “story-telling games”. Zijn marketingsinstrument is dus zijn eigen spel waarvan die het publiek een voorproefje van geeft. Een eis voor een speech is je publiek alert houden, en dat doet David Cage heel goed hier, door publieksparticipatie in te zetten. Het zou dus ook een idee voor mijn pitch zijn om iemand uit het “publiek” mij te helpen met mijn ontwerp zodat er ook geparticipeerd wordt door het publiek, en dit zorgt er dan hopelijk voor dat het publiek mijn pitch beter onthoudt.

Voorbeeld 2:

Het tweede voorbeeld van een goede speech, gaat over technologie die op tatoeages kan worden toegepast om lichamelijke kwesties, zoals UV-straling op je huid kunnen zien. Ik vond dit een hele interessante speech, omdat ik zelf tatoeages ontzettend gaaf vind, maar ook dat technologie en tatoeages gecombineerd kunnen worden vind ik fascinerend. Het goede aan deze speech is dat deze spreker met een klein filmpje en plaatjes duidelijk laat zien wat zijn idee is om technologie met het tatoeëren te combineren. Het is best ingewikkeld om dit voor elkaar te krijgen, maar m.b.v. de plaatjes is het goed te volgen wat de spreker bedoelt (zie bijvoorbeeld 4:37-4:56). Hij geeft ook veel voorbeelden van de toepassing van deze technologie waardoor je echt een goed beeld krijgt van wat de spreker wilt bereiken. Hij heeft zelfs geëxperimenteerd op zichzelf met deze “tattootechnologie” en laat ook aan zijn publiek zien dat het werkt (zie 6:18-7:01). Zijn marketingsinstrument is dus letterlijk zijn eigen lichaam, hij tatoeëert zichzelf en laat het resultaat zien aan het publiek. Ik zeg nu niet hiermee dat ik mezelf moet gaan tatoeëren, maar jouw product of object demonstreren door jezelf (de pitcher) erbij te betrekken is wel slim naar mijn idee. Zo kan het publiek zien dat jij je eigen product zodanig vertrouwt, dat je het op jezelf als het ware test. Dit vertrouwen zorgt er weer voor dat meer mensen jouw product zullen gebruiken en dat is wat je uiteindelijk met je pitch wilt bereiken.

Theorie:

Van deze 2 voorbeelden heb ik een een hoop geleerd over hoe je een goede pitch moet geven. Ik zal op een rijtje zetten wat de belangrijkste bestandsdelen en eisen voor een goede pitch zijn.

-Een goede binnenkomer, zorg dat je gelijk de aandacht van je publiek trekt, de eerste indruk is belangrijk. Dit kan bijvoorbeeld met een anekdote of een leuk/schokkend feitje.

-Zorg ervoor dat jouw pitch is afgestemd op jouw doelgroep, een jong publiek spreek je bijvoorbeeld informeler aan dan een oud publiek.

-Niet te ver van je verhaal afwijken, je publiek wil tenslotte dat hun probleem wordt opgelost, dus dwaal niet te ver af, of je publiek doet dat ook.

-Wees overtuigd van jouw eigen verhaal, het kennen van je tekst helpt hier al snel bij. Als jij niet van jouw product overtuigt bent, dan zal je publiek dat ook niet zijn.

-Als laatst, eindig met een uitsmijter! Dit zorgt ervoor dat je publiek jouw pitch makkelijker gaat onthouden.

De bronnen die ik hierbij heb gebruikt:

Ken je publiek:

Je hebt je zodanig verdiept in de wensen en behoeftes van je klant dat je deze onderdelen op een duidelijke manier laat terugkomen in de inhoud en vorm van je pitch.

Bij sprint 1 had ik niet echt een publiek, dus kon ik niet goed daarop inspelen met mijn “product”. Bij sprint 2 had ik echter wel een opdrachtgever en klanten. Mijn groepje had gekozen voor de omgeving zorginstelling, dus mijn klanten waren of de patiënten van de betreffende zorginstelling, of de medewerkers die daar werkten. Ik heb gekozen dat mijn object voor de patiënten in gebruik wordt genomen. De patiënten zullen allemaal ouderen zijn (70+), dus ik vind dat ik ze vooral met respect moet behandelen en geduldig moet zijn. In tegenstelling tot mijn “publiek” van sprint 1, de studenten die ik voornamelijk informeel aansprak, moet ik deze keer het “publiek” (patiënten) juist formeel aanspreken. Je moet bijvoorbeeld niet vragen aan de patiënten wat er slecht is aan de zorginstelling, want dit kan aanvallend en kwetsend overkomen. In plaats daarvan zou ik eerder vragen wat er beter kan in de zorginstelling of of ze iets missen in de zorginstelling. Zo hou je het netjes tegenover de patiënt en is de kans groter dat je een beter antwoord ook krijgt, wat weer beter is voor het ontwerp van je object.

Eigen kwaliteiten:

Je kent je eigen non-verbale en verbale kwaliteiten zodanig dat je met behulp van ondersteunende middelen zelf een pitch kunt geven met een goede structuur en voldoende visuals.

Pitch 1:

Bij CLE-les 1.2 (zie blog) heb ik mijn eerste pitch gedaan, over het ontwerp en de functies van mijn robot. Ik heb uitgelegd wat mijn idee was en hoe het zou moeten werken, maar ook waarom het niet gelukt is en wat mijn alternatief hierop was. Ik vind dat ik voor de eerste keer best goed heb gepitcht, aangezien je eigenlijk ter plekke moet verzinnen wat je over je product gaat zeggen. Ik sprak op een goed volume, niet te formeel want het zijn studiegenoten, maar ook weer niet te informeel, want ik probeer wel mijn product te promoten als het ware. Hieronder het filmpje van mijn eerste pitch.

Pitch 1

Pitch 2:

Deze pitch ging over het concept voor mijn object van sprint 2 van CLE1. Ik vond deze pitch wel beter dan de 1e pitch die ik deed, en ik zal uitleggen waarom. Ten eerste heb ik geleerd uit de kwaliteit uitdaging van de speech van Jamie Oliver, dat je bewijsmateriaal zoals grafieken moet gebruiken. Ik ging dus eerst vertellen waarvoor mijn product bedoelt is en liet hierbij een grafiek zien van het aantal ongevallen (vallen van de trap of in de douche bijvoorbeeld) bij ouderen. Mijn object moet deze ongevallen niet voorkomen, maar ervoor zorgen dat er sneller hulp is voor de ouderen op dat moment. Daarna heb ik bij de goede voorbeelden bij de speech van David Cage gezien dat je je publiek moet laten deelnemen aan jouw speech/pitch. Ik heb dus iemand uit het publiek gevraagd om te helpen met het demonstreren van mijn object en wat de werking er dus van is. Zo blijft het publiek geïnteresseerd tijdens de pitch, wat de kans weer vergroot dat ze je product gaan kopen of promoten. Ik vond mezelf ook wat zelfverzekerder overkomen bij deze pitch dan bij de eerste, dit kwam waarschijnlijk doordat het ontwerp bij de eerste sprint niet was gelukt zoals ik het wilde, dus ging het pitchen wat moeizamer. Nu heb ik een duidelijk concept dat haalbaar is, dus kan ik wat zekerder overkomen. Ik denk dat deze 3 factoren vooral hebben bijgedragen aan een betere pitch, en ben dan ook blij met het resultaat ervan.

Pitch 2

Pitch 3:

Deze keer had ik mezelf van te voren voorbereid op de pitch, en dit ging mij dan ook makkelijker af. Ik begin met een goede binnenkomer, en niet met “Hallo ik ben Noomi Weinberg en dit is mijn product”. Ik schets eerst het probleem dat vallen een veel voorkomend probleem is bij ouderen en wat mijn product hier tegen kan doen. Daartussen noem ik ook cijfers over het aantal dodelijke valincidenten, zo ziet het publiek ook de ernst ervan in en dat er dus een oplossing voor moet komen. Uiteraard hoort een demonstratie erbij en geef ik hier ook toelichting bij zodat het publiek begrijpt wat de functie van mijn product. Ik haal op geen enkele manier mijn product omlaag zoals ik dat (onbewust) in pitch 1&2 deed. Ik sluit ook af met een pakkende zin ipv met “dit was mijn presentatie”. Zo blijft de pitch en zo mijn product hopelijk ook hangen bij het publiek. Het enige verbeterpunt wat ik bij mezelf nog opmerk is dat ik vaak “uhm” zeg. Dit is helaas een trekje van mij waar ik weinig aan kan doen, want ik had deze keer wel de tekst voorbereid. Zelf denk ik dat het door de zenuwen zal komen, want presenteren is toch nog altijd iets wat ik spannend vind.

Pitch 3 (eerste zin is niet helemaal opgenomen, ik zeg: “Vallen is een veel voorkomend probleem bij oudere mensen”)
Follow View Follow Follow